Zijn podcasting en webvideo omroepdiensten?

In de Vlaamse mediawetgeving is sprake van radiodiensten en televisiediensten. Media-activiteiten die daaronder vallen, moeten voldoen aan strenge voorwaarden. Zo mogen ze niet door privé-personen worden verricht, maar moeten ze gestructureerd zijn in een rechtspersoon. Voor de bestuursleden van deze rechtspersonen gelden strenge voorwaarden van onverenigbaarheid. Zo mag iemand slechts bestuurder zijn in één enkele rechtspersoon die radiodiensten of televisiediensten verzorgt. Bovendien is er voor deze activiteiten een meldingsplicht bij de VRM.

Al geruime tijd wordt de vraag gesteld of podcasting en internetvideodiensten zoals Youtube onder de definitie van radiodiensten en televisiediensten vallen. Hoewel de wetgeving terzake vermoedelijk binnenkort zal gewijzigd worden, heeft de Vlaamse Regulator voor de Media nu een tekst gepubliceerd waarin het antwoord op deze vraag omstandig wordt uiteengezet op basis van de huidige vigerende wetgeving. Het antwoord valt samen te vatten als: "enkel indien het gaat om een programma waarin er sprake is van redactioneel ingrijpen, met een zekere continuïteit, en met een regelmatig wisselende inhoud.


Voorbeelden
Typevoorbeelden van radio- en televisiediensten zijn radio- of televisieomroepen die hun programma's uitsluitend doorgeven via het internet.

Andere voorbeelden van dergelijke diensten zijn:
- kabelkrant;
- vormen van 'databroadcasting' (d.i. het via de ether verzenden van gegevens- of tekstbestanden);
- video-op-aanvraag (video-on-demand).

Is podcasting een omroepdienst?

Is podcasting bijvoorbeeld te beschouwen als omroepen? In zijn beslissing nr. 2006-002 van 21 april 2006 beantwoordde de Regulator die vraag als volgt:

"Podcasting – de term is een samentrekking van iPod, de draagbare mp3-speler van Apple, en broadcasting – is niet in alle gevallen "omroep" in de zin van het Mediadecreet. Of het om "omroep" gaat, hangt af van de inhoud van het bestand dat ter beschikking wordt gesteld.

Als "omroepen" dient volgens artikel 2, 1°, van het Mediadecreet te worden beschouwd: "het oorspronkelijk uitzenden via elektronische communicatienetwerken, al dan niet in gecodeerde vorm, van radio- of televisieprogramma's, of van andere soorten programma's, bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan. Hieronder zijn ook de programma's begrepen die op individueel verzoek worden uitgezonden, ongeacht de techniek die voor de uitzending wordt gebruikt, met inbegrip van de punt-tot-punttechniek, en het overdragen van programma's tussen ondernemingen met het oog op het doorgeven daarvan aan het publiek. Hieronder zijn diensten die geïndividualiseerde en door een vorm van vertrouwelijkheid gekenmerkte informatie leveren niet begrepen" (onderlijning toegevoegd).

Onder "omroep" in de zin van het Mediadecreet dient te worden verstaan: "de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor het verzorgen van programma's in de zin van [artikel 2,] 1° [van het Mediadecreet]. Onder verzorgen van programma's wordt verstaan het produceren, laten produceren of verwerven van programma's, het samenstellen van het programma-aanbod en het omroepen of laten omroepen ervan" (artikel 2, 2°, van het Mediadecreet; onderlijning toegevoegd).

Het begrip "programma" staat voor "het geheel van klank- en/of beeldinhouden of andere signalen, in welke vorm ook, dat onder een afzonderlijke titel door een omroep wordt aangeboden" (artikel 2, 10°, van het Mediadecreet; onderlijning toegevoegd).

Uit de hiervoor geciteerde definities volgt dat om van "omroep" in de zin van het Mediadecreet te kunnen spreken, het ter beschikking stellen van loutere klank- of beeldinhouden niet volstaat. Zo is het doorsturen via het internet van beelden door middel van een webcam, zonder redactionele tussenkomst, in beginsel niet te beschouwen als "omroepen". Ook het ter beschikking stellen via het internet van muziek-mp3-bestanden of beeldbestanden zoals videoclips, filmpjes, enzovoort, is in beginsel niet te beschouwen als omroep. Het bijhouden van een weblog – een persoonlijk logboek dat als tekstbestand via het internet ter beschikking wordt gesteld – is al helemaal geen "omroep", doch ook een vlog – een video weblog – is niet in alle gevallen te beschouwen als "omroep" in de zin van het Mediadecreet (het voorlezen van een logboek voor een webcam en het doorsturen via het internet van die beelden bv. is in beginsel geen omroep)."

Wanneer is sprake van omroepdiensten?

Uit de hiervoor geciteerde beslissing blijkt dat volgende elementen essentieel zijn om van ‘omroepen’ te kunnen spreken:

- het moet om het uitzenden van ‘programma’s’ gaan, die tot een geheel worden gemaakt (worden samengesteld uit klank- en/of beeldinhouden of andere signalen) en waarbij dus redactioneel ingrijpen gebeurt, en die onder een afzonderlijke titel worden aangeboden (zodat ze ook vormelijk als een afzonderlijk geheel, d.w.z. een radio-, een televisie- of een andere soort van programma worden gepresenteerd);

- het moet ook om méér gaan dan om het ter beschikking stellen van loutere klank- of beeldinhouden: een geregisseerd/gemonteerd filmpje op het internet plaatsen volstaat bijvoorbeeld niet om het tot een ‘programma’ te maken en van ‘omroepen’ te kunnen spreken; ook een zekere continuïteit en een met een zekere regelmaat wisselende inhoud is noodzakelijk vooraleer van omroep te kunnen spreken.

Op basis van wat hiervoor is uiteengezet, zijn bijvoorbeeld niet als omroepdiensten te beschouwen:

- ‘YouTube’ (website voor het kosteloos uploaden, bekijken en delen van videofilms door gebruikers) en gelijkaardige of vergelijkbare initiatieven, zoals het proefproject ‘My own TV’ van Alcatel Bell in Lommel: voor zover er geen programma’s worden gemaakt, maar slechts beelden of filmpjes ter beschikking gesteld;

- naar aanleiding van verkiezingen door partijen opgezette specifieke websites, waarin enkel speciaal gemaakte filmpjes te zien zijn, doch geen programma’s te bekijken zijn (bijvoorbeeld via TVrespect van CD&V of Gennez TV); hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het videoverslag van het verkiezingscongres in Antwerpen naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen dat op de website van het Vlaams Belang te bekijken is, of de filmpjes waarmee N-VA-politica Helga Stevens via gebarentaal haar boodschap overbrengt;

- een website waarop een mp3-stream met een zeer beperkt aantal nummers te beluisteren is: er is immers geen sprake van een programma en ook een regelmatig wisselende inhoud ontbreekt;

- de podcast van de persconferentie na de wekelijkse ministerraad of het op het internet plaatsen van beelden van de parlementaire werkzaamheden: er is geen redactioneel ingrijpen en het gaat evenmin om een programma dat is samengesteld;

- het doorsturen van live-beelden via het internet (bijvoorbeeld de automobielinspectie die door middel van een webcam laat zien of er veel automobilisten staan aan te schuiven): er wordt geen programma uitgezonden en er is geen redactioneel ingrijpen.

Dit zijn evenwel slechts enkele voorbeelden. De uiteindelijke beoordeling dient geval per geval door de VRM te gebeuren.



Welke voorwaarden gelden voor het aanbieden van radio- of televisiediensten?

De voorwaarden voor het aanbieden van radio- of televisiediensten zijn vastgelegd in de artikelen 54, 55, 90 en 91 van het Mediadecreet.

Voorwaarden voor de radiodiensten:

"Art. 54. § 1. Eenieder kan, onder de voorwaarden van dit hoofdstuk, radiodiensten aanbieden, voorzover:

1° hij is opgericht als een rechtspersoon en valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap;

2° de radiodienst voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 34, 35, 36 en 38 van deze decreten;

3° de beheerders of bestuurders van de radiodienst geen politiek mandaat bekleden en geen beheerder zijn van een andere rechtspersoon die een radiodienst beheert;

4° de radiodienst onderscheiden is van de gewone programma's van de openbare omroep van de Vlaamse Gemeenschap of van een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende particuliere radio-omroep.

De radiodiensten kunnen, al dan niet tegen betaling, geheel of gedeeltelijk gecodeerd uitzenden.

§ 2. De Vlaamse Regulator voor de Media moet vooraf per aangetekende brief in kennis worden gesteld van het aanbieden van een radiodienst.

Die kennisgeving moet minstens de volgende informatie bevatten: de plaats van uitzending, de plaats van vestiging, de wijze van verspreiden van het programmasignaal, de aanwezige infrastructuur, de statuten, de financiële structuur en het financiële plan, het programma-aanbod, het redactiestatuut, het uitzendschema, de medewerkers van de radiodienst met inbegrip van hun radio-ervaring en hun statuut.

Voor elke afzonderlijke nieuwe dienst wordt een nieuwe kennisgeving verricht. Bij het samen aanbieden van afzonderlijke diensten worden afzonderlijke kennisgevingen ingediend. Als de radiodiensten hun aanbod uitbreiden met een nieuwe soort dienst, moeten ze een afzonderlijke kennisgeving verrichten.

Elke latere wijziging van die informatie, inzonderheid elke wijziging in de raad van beheer of raad van bestuur van de radiodienst, wordt zonder verwijl aan de Vlaamse Regulator voor de Media meegedeeld.

Art. 55. Het maatschappelijk doel van de radiodiensten bestaat in het verzorgen van diensten als bedoeld in artikel 31, § 4, inzonderheid op digitale wijze, of in het verzorgen van radioprogramma's via het internet.

De radiodiensten kunnen alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks aansluiten bij de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel";

Voorwaarden voor de televisiediensten:

"Art. 90. § 1. Eenieder kan, onder de voorwaarden van dit hoofdstuk, televisiediensten aanbieden, voor zover:

1° hij is opgericht als een privaatrechtelijk rechtspersoon en valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap;

2° het maatschappelijk doel van de privaatrechtelijke rechtspersoon bestaat uit het verzorgen van diensten als bedoeld in artikel 60, inzonderheid op digitale wijze. De televisiediensten kunnen alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks aansluiten bij de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel.

Onder televisiediensten zijn niet verstaan particuliere televisieomroepen die zich richten tot een gemeenschap in een lokaal zendgebied en die als lokale omroepen kunnen worden aangezien;

3° de raad van bestuur voor niet meer dan één vijfde bestaat uit leden die:

a) een politiek mandaat uitoefenen;

b) een leidinggevende functie of de functie van beheerder uitoefenen in een beroepsvereniging van werkgevers of werknemers.

In geen geval mogen de leden van de raad van bestuur deel uitmaken van de Vlaamse Regering, van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of van de federale regering;

4° de televisiediensten onderscheiden zijn van de gewone programma's van de openbare omroep van de Vlaamse Gemeenschap of van een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende particuliere televisieomroep.

De televisiediensten kunnen, al dan niet tegen betaling, geheel of gedeeltelijk gecodeerd uitzenden;

5° de televisiediensten onafhankelijk zijn van een politieke partij;

6° de uitzendingen van de televisiedienst staan onder redactionele eindverantwoordelijkheid van het personeel van de televisiedienst;

7° de televisiediensten in het Nederlands uitzenden, behoudens afwijkingen, toe te staan door de Vlaamse Regering.

§ 2. De Vlaamse Regulator voor de Media moet vooraf per aangetekende brief in kennis worden gesteld van het aanbieden van een televisiedienst. Die kennisgeving moet minstens de volgende informatie bevatten: alle gegevens die kunnen dienen om te bepalen of de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor de televisiedienst in kwestie, de statuten, de financiële structuur, een duidelijke omschrijving van de te leveren dienst, het programma-aanbod en het uitzendschema.

Voor elke afzonderlijke nieuwe dienst wordt een nieuwe kennisgeving verricht. Bij het samen aanbieden van afzonderlijke diensten worden afzonderlijke kennisgevingen ingediend. Als de televisiediensten hun aanbod uitbreiden met een nieuw soort dienst, moeten ze een afzonderlijke kennisgeving verrichten.

Na de kennisgeving moet elke wijziging in de in het eerste lid bedoelde informatie door de televisiedienst in kwestie zo spoedig mogelijk aan de Vlaamse Regulator voor de Media worden meegedeeld.

§ 3. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels die de aanbieders van televisiediensten moeten naleven.

Art. 91. De televisiediensten moeten jaarlijks aan de Vlaamse Regulator voor de Media een verslag bezorgen over de manier waarop ze hebben voldaan aan de vereisten van de bepalingen van de decreten die op hen van toepassing zijn en van de uitvoeringsbesluiten ervan".

U twijfelt of u een aanmelding moet doen …

Indien u eraan twijfelt of u een dienst bij de Regulator moet aanmelden, is het veiliger een aanmelding te doen. De Regulator zal dan nagaan of uw initiatief al of niet onder de regeling valt.

Hoe moet worden aangemeld?

Kennisgevingen worden bij de Regulator ingediend met een ter post aangetekende brief, via elektronische post of een ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde, en waarop een elektronische handtekening is aangebracht die voldoet aan de vereisten van artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek.

Reacties

#37339

Bruno

 

Het internet blijft toch de plaats bij uitstek voor de innovatoren/vrijbuiters die zich van dit soort regelgeving (terecht) weinig zullen aantrekken. Deze tijdelijke regelgeving gaat dan ook, zoals je zelf ook zegt, weinig zoden aan de dijk zetten.

#37345

traveller

 

Deze tijdelijke regels zijn alleen tegen Jurgen Verstrepen en het VB gericht en niets anders.

#37348

ivan janssens

 

traveller, deze regels bestonden al voordat Verstrepen en VB met hun radioprogramma via het internet begonnen.

#37349

LVB

 

En deze regels werden unaniem goedgekeurd door alle partijen (inclusief VB), er waren zelfs geen onthoudingen. Wat nog eens aantoont dat politici collectief en unaniem kunnen dwalen.

#37360

VI

 

Waarom moet media eigenlijk gereglementeerd worden?

#37422

Cogito

 

Hahaha VI, wat een domme vraag! Alles moet gereglementeerd worden, iets dat niet gereglementeerd is bestaat niet!
reglementeren is creëeren!
(ik mis dat nieuwe teken voor cynisme op mijn toetsenbord)