Cijfers over Amerikaanse militaire aanwezigheid

"We lopen groot gevaar omdat we zoveel landen bezetten. We zijn in 130 landen aanwezig. We hebben 900 basissen over de hele wereld." Zo sprak nominatiekandidaat en libertaire favoriet Ron Paul deze week op het Republikeinse debat in Florida. Maar is het waar? (...)

Eind 2008 beweerde wijlen Chalmers Johnson dat de VS troepen hadden in niet minder dan 151 landen, en 761 militaire bases beheerden. Deze cijfers vormden de basis voor zijn bewering dat "de VS sinds 9/11 veranderd zijn van een republiek in een keizerrijk, en dat die verandering wel eens onomkeerbaar zou kunnen zijn".

De werkelijkheid is iets minder alarmerend. Het 2010 Base Structure rapport van het Pentagon merkt op dat de VS in totaal 662 basissen hebben in het buitenland. Maar daarvan worden er slechts 20 aangeduid als "grote sites" en nog eens 12 als "medium sites." De rest (630) wordt aangeduid als "kleine" of "andere" sites. (...)

Volgens cijfers van het Defense Manpower Data Center is vanaf september 2010 het grootste deel van de Amerikaanse strijdkrachten in het buitenland (...) gestationeerd in slechts zeven landen: Afghanistan, Irak, Japan, Zuid-Korea, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië. In al deze landen zijn minstens 9.000 Amerikaanse manschappen gestationeerd. Naast Afghanistan en Irak (die binnenkort kunnen geschrapt worden van deze lijst) zijn dit allemaal erfenissen van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Vijf andere landen, Spanje, Turkije, België (het hoofdkwartier van de NAVO), Bahrein en Djibouti hebben tussen de 1.000 en 1.500 Amerikaanse manschappen. De volgende grootste aanwezigheden zijn Portugal (703), Qatar (555), Honduras (403) en Griekenland (338).

Er valt op een intellectueel respectabele manier te discussiëren over de vraag of de VS wel zoveel troepen in rijke en stabiele landen als Duitsland of Japan moeten aanhouden. Maar beweren, zoals Congreslid Ron Paul doet, dat we in 130 landen aanwezig zijn, is niet alleen feitelijk onjuist. Het is absurd.

Bret Stephens in The Wall Street Journal, 15 september 2011

Reacties

#115788

Marc Huybrechts

 

1) De beweringen/theorieen van Chalmers Johnson m.b.t. blowback, hegemonie, keizerrijk, enz...behoren tot het domein van onwereldse academische 'crap', overgoten met een typisch sausje van naief-linkse westerse zelfhaat en zelfverblinding omtrent de aard/natuur van de rest-van-de-wereld.  Men zou het kunnen vergelijken, op een ander domein,  met de quasi-unanieme zelfverblinding of oogkleppen van het Belgische establishment (anno 1970-2000) m.b.t. de voorspelbare konsekwenties van 'multiculturalisme' en open immigratie.     

2)  Dat Congressman Ron Paul soms gebruik maakt van argumenten die berusten op onwereldse 'academic crap' is begrijpelijk omwille van zijn doelstelling om de overheid radikaal te willen beperken en zo veel mogelijk 'af te schaffen'.  Zijn libertarische naiviteit bestaat erin van te denken dat 'liberty' in een machtsvacuum kan bestaan, en dat de rest van de wereld 'ons' wel gerust zal laten als wij ons eigen boontjes zouden doppen.   Dat is een andere vorm van zelfverblinding ten aanzien van de natuur van de-rest-van-de-wereld en ook ten aanzien van de lange mensengeschiedenis.  

3) Er zijn dus belangrijke verschillen.  Bij Paul gaat het om de overheid zoveel mogelijk te beperken en zodoende 'ruimte' te kunnen scheppen voor de 'pursuit' van private activiteiten en doelstellingen. Bij contrast, bij de linkse academici gaat het om de Amerikaanse defensie uit te hollen en zodoende 'ruimte' te kunnen maken voor andere ideologische doelstellingen voor de overheid (geleid of geadviseerd natuurlijk door pc-academici).    

4)  Ook al is de Amerikaanse militaire aanwezigheid elders niet zo uitgebreid als Chalmers Johnson en Ron Paul het wel graag willen voorstellen, niettemin valt er toch veel te zeggen om ze verder te willen beperken in andere landen, en van een herorientatie te beogen van defensieinspanningen naar 'space' en naar de marine toe.   De US navy is vandaag veel kleiner dan 25 jaren geleden.    Een sterke marine kan veel effectiever zijn, dan landbases, om strafexpedities te kunnen uitvoeren, en dus van een deterrent-waarde te vormen.  Zij is ook veel minder 'kwetsbaar'.  Bij contrast, landbases scheppen onvermijdelijk verleidingen tot nationbuilding inspanningen die verloren moeite zijn.

5)  Als Tea Party sympatisant ben ik natuurlijk bekommerd om manifeste verspilling in de overheidsuitgaven, inclusief defensieuitgaven.  Het huidige percentage van BNP dat naar defensie gaat (ongeveer 4,5 %) is redelijk, zowel op basis van historische vergelijkingen als in functie van de hoofdtaak van de federale overheid die interne en externe veiligheid van de eigen burgers omvat.   Maar, er zijn ook indicaties van enorme verspilling in defensieuitgaven, en een noodzaak om die herorientatie naar 'space', naar de marine, en naar mobiele 'special forces' te kunnen bewerkstelligen.  

6) Persoonlijk zou ik alle VS landbases in het buitenland gradueel willen afschaffen, TENZIJ aan ALLE volgende voorwaarden wordt voldaan:

-   Het gastland is een direct-BEDREIGDE formele bondgenoot. Potentiele kandidaten zijn Israel, Taiwan, S-Korea, de 3 Baltische staatjes,... naast nog wel enkele andere mogelijke kandidaten.   De designatie en beoordeling van "bondgenoot"  moet door het VS Congress gebeuren, op aanrading van de President, en moet regelmatig hernieuwd worden (op basis van feitelijk gedrag). 

-  Het gastland betaalt het merendeel van de betrokken kosten (uiteraard negotieerbaar).  

-  Het hoogste politieke orgaan (normaal het parlement) van het gastland vaardigt een formele invitatie uit, en herhaalt die PUBLIEKELIJK op regelmatige tijdstippen. 

Kortom, Amerikanen (gelijk Ron Paul) mogen niet kortzichtig denken dat de rest-van-de-wereld maar hun eigen boontjes moeten doppen zonder dat dat konsekwenties zou hebben voor de veilgheid van Amerikanen.  Maar, Amerikanen moeten ook ophouden van 'blood and treasure' op te offeren voor manifest-ondankbaren.