Censuur bij Universiteit Utrecht

Op 26 juni 2006 hield de Utrechtse hoogleraar judaïstiek Pieter W. van der Horst in Utrecht zijn afscheidsrede (PDF) "De mythe van het joodse kannibalisme". Daarin ontleedde hij het ontstaan en de manifestatie van het zogenoemde bloedsprookje, dat door de eeuwen heen door antisemieten werd aangegrepen om joden te vervolgen. Van der Horst onthulde dat het gruwelverhaal over het door joden consumeren van bloed van niet-joodse kinderen in de wereld werd geholpen door Apion, een in de eerste eeuw levende vergriekste Egyptenaar. Tijdens de middeleeuwen circuleerde het bloedsprookje in het christelijke Europa, en gaf aanleiding tot heel wat pogroms. De nationaalsocialisten gebruikten het in hun antisemitische propaganda en na de Tweede Wereldoorlog werd het opgenomen in het anti-Joodse discours in de islamitische wereld. Het wijzen op dat laatste viel niet in goede aarde bij de rectorale overheid. Van der Horst diende zijn tekst te censureren. Eén en ander zorgde voor heel wat ophef. Het boekje "De mythe van het joodse kannibalisme" (Soesterberg, Aspekt, 2006. ISBN 90 5911 145 1) bevat de volledige tekst mét de gecensureerde passages, toch nog zo'n 15 bladzijden van het geheel. (...)

Maekeblyde in 't Pallieterke, 28 februari 2007

Reacties

#36282

KDW

 

In de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal in Brussel valt het glasraam van het "Sacrament van Mirakel" te aanschouwen. Het verwijst naar de vervolging van de Joodse gemeenschap van Brussel in 1370. Het verhaal gaat dat joden op Goede Vrijdag 1370 een hostie (symbool voor het lichaam van Christus) zouden hebben gestolen en met een dolk doorboord. De diocesane kerkelijke overheid liet voor het glasraam een tekst plaatsen, waarin ze het heeft over "het tendentieuze karakter van de beschuldiging". Toch leeft tot vandaag de cultus van het Sacrament van Mirakel voort(met inbegip van vieringen).