Stijfkoppige VLD-partijleiding

De Europese mislukking en de diepe crisis die erop volgde, zijn tekenend voor de arrogantie van de beleidsmakers. Die arrogantie is een gevolg van de breuk tussen de bewindslieden en de bevolking. Onze politici dweilen de eigen poitieke cenakels af en triomferen als ze door de politieke vrienden en medewerkers worden toegejuicht. Maar zij zijn vaak blind voor velen die hopeloos zijn, voor zij die ontgoocheld zijn, verbitterd wegblijven of zich afwenden.

Politici zijn niet meer geloofwaardig. En dit is rampzalig voor de burgerzin. Toch zijn zij die zch nog willen inzetten heel talrijk, ook in de VLD. [...] Een niet onbelangrijk incident is voortgevloeid uit het systematisch taboe dat gehandhaafd werd t.a.v. het Vlaams Belang en de halsstarrige wijze waarop de partijleiding zonder meer het "cordon sanitaire" heeft gehandhaafd, niet beseffend dat in talrijke gemeenten de wens groeit om de mandatarissen en vooral de kiezers van die partij te begrijpen.

Hugo Coveliers en Jean-Marie Dedecker hebben deze verzuchtig wél aangevoeld. En vele anderen met hen. Gaat men door stijfkoppigheid al deze liberale politici sanctioneren?

Piet van Brabant in Volksbelang, juni 2005