Eppink over Dedecker
In het voorjaar van 1999 ontmoette ik Jean Marie Dedecker voor het eerst. Dat was in een quiz van Bruno Wyndaele. Dedecker kwam binnen, ging erbij zitten en had het hoogste woord. Hij was toen één van de vele BV’s die in de politiek kwamen en, eerlijk gezegd, ik kende hem niet. Ik wist ook niets van zijn judo- en worstel verleden. Na een half uur dacht ik: ofwel deze man is binnen een jaar weg uit de Wetstraat ofwel hij krijgt ruzie met iedereen. Ik gokte op het eerste, maar het werd het tweede. Wie bovendien in die tijd de drievuldigheid van de VLD kende, wist dat de marge voor tegenspraak in het beste geval beperkt was. Ik zag Dedecker daarom al snel als een bal in de flipperkast die vrijwel alle voorwerpen raakt.
Nu moet ik het woord ‘ruzie’ wel nader omschrijven. Wat is ruzie?
Er is zelfs een nog ergere gradatie van het vergrijp waarin Dedecker recidiveert in de rozentuin van de Wetstraat: hij zegt wat er leeft in de bevolking. En dat is gevaarlijk! Dedecker zegt dat de Wetstraat niet alleen een particratie is, maar ook een amigocratie en een familiecratie. In dergelijke zichzelf coöpterende gezelschappen, telt de opvatting van de straat niet mee. Dat wordt afgedaan als populisme en ruziemakerij. Jean-Marie Dedecker gaat in tegen de heersende mening van de politiek-culturele elite. Hij is de vijand van de 1968 generatie. Hij schendt soms conventies en gebruiken. Hij gaat in tegen gestelde lichamen. Als hij gevat is, noemen zijn critici hem plat. Waarom is de elite zo boos op hem: Hij brengt boven de oppervlakte wat leeft onder de bevolking. Dat is zijn kracht. Dat is ook de vrees van zowel de gevestigde regering als de gevestigde oppositie, waaronder het Vlaams Belang.
Als een minister van Begroting een lening aanziet voor een gift, haalt Dedecker hard uit. Als die minister dan ook nog de lieveling van de media is, de icoon van de 1968 generatie en de electorale pijler van een machtspartij is hij de gebeten hond. Hij wordt gebeten door de neten. Hij krijgt dan voor de voeten geworpen dat hij een macho is of vrouwonvriendelijk. Maar de betrokken minister maakte in het jaar 2000 zelf campagne in Gent met haar benen op grote affiches. We zagen het in Knack. En ja, hoge benen vangen veel wind.
Toen ik ‘Recht(s) voor de raap’ las, zag ik veel overeenkomsten met een boekwerk dat helaas nog zelden wordt genoemd, maar dat ook de burger wilde bereiken. Het waren de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Helaas, dat boek is amper te verkrijgen, zelfs niet bij De Slegte, maar het is zeer aan te bevelen als politieke litteratuur. Er staan dingen in die waar zijn. Maar die waarheden mogen niet meer mogen gezegd. Niet door de huidige regering en zelfs niet meer door de toenmalige auteur, alias de burgerdemocraat.
Ik citeer uit het Tweede Burgermanifest van 1992:
Dat is nu precies wat Dedecker doet. Hij spreekt de taal van de mensen, maar toen hij voorzitter van de VLD wilde worden was de hele partijtop tegen, inclusief de auteur van de Burgermanifesten. Voor de één was Dedecker een ‘vrijbuiter’, voor de ander een ‘populist’. Dedecker moest zielsalleen langs de VLD afdelingen gaan om zijn verhaal te doen. Geen enkele partijmandataris mocht hem steunen, laat staan een minister. Zij zouden directe liquidatie riskeren. Toch haalde Dedecker bijna 40 procent. Wat heeft Dedecker nu misdaan? Hij pakt enkel de draad op waar Verhofstadt hem heeft laten vallen.
In zijn boek zegt Dedecker: ,,Tussen de islam en het vrije westen is er een nieuwe vorm van koude oorlog ontstaan, maar dan zonder de bescherming van het ijzeren gordijn. Na eeuwenlange strijd van ontvoogding tegen de katholieke kerk mogen we onder geen beding laten tornen aan de scheiding van kerk en staat. Democratie staat tegenover theocratie.’’
Wat zegt Verhofstadt in zijn Tweede Burgermanifest:
Wat is het verschil tussen het Burgermanifest uit 1992 en het Manifest voor de Burger dat Dedecker nu voorstelt? Het verschil is dat de eerste zijn woorden is vergeten en de tweede niet. De eerste ziet zich als staatsman; de tweede wordt populist genoemd.
Dedecker verwijst terecht naar de Franse filosoof Jean-Francois Revel die ooit heeft gezegd dat een beschaving die zich voor alles schuldig voelt de energie en de overtuiging mist zichzelf te verdedigen. Dat is nu het centrale probleem. Het politiek correcte denken dat een overblijfsel is van de 1968 omwenteling heeft de Europese elite opgezadeld met een permanent schuldgevoel. Dat heeft geleid tot een gebrek aan cultureel zelfvertrouwen in West-Europa waardoor we zelf niet meer weten waar we voorstaan. Omdat we altijd bang zijn te worden uitgemaakt voor ‘racist’ of’populist’, geven we steeds toe in de hoop dat ons niets zal gebeuren. Maar op een dag worden we wakker in een huis waarin we niets meer te zeggen hebben. Gradueel cultuur relativisme leidt tot culturele capitulatie. Gelukkig ligt dat in Oost-Europa anders. Daar is een cultureel zelfvertrouwen die voortvloeit uit de kracht van de herwonnen vrijheid. Het zijn de Oost-Europeanen die Europa zullen redden. Voor hen was 1968 niet een neergang tot nihilisme zoals bij ons, maar een Praagse Lente die de voorbode zou worden van vrijheid. De eerste trend moeten wij breken; bij die tweede trend moeten bij aanknopen. Dat doet Jean Marie Dedecker.
Op een andere plaats zegt het Tweede Burgermanifest:
Veertien jaar later trekt Dedecker de lijn door en wil een scheiding naar regio’s om de burgers meer vrijheid te geven. Maar nu is hij een ‘omfloerste separatist’ of zelfs een ‘separatist tout court’, althans volgens de toespraak van de koning jegens de gestelde lichamen. Een toespraak die valt onder verantwoordelijkheid van de toenmalige auteur van het Tweede Burgermanifest.
Ik zou Dedecker, als opsteller van het eigentijdse Burgermanifest, de raad willen geven eens goed te kijken naar het Derde Burgermanifest van zijn partijleider. Dat manifest werd toen geschreven om een commentator van Het Laatste Nieuws in het ongelijk te stellen. Het manifest noemt zichzelf een pamflet en lijkt op een uit de hand gelopen commentaar op de commentator. Dat derde manifest zegt: ,,Een politicus die geen macht nastreeft is verachtelijk want dan streeft hij enkel een inkomen of een positie na, maar geen betere toekomst voor de samenleving. Het mag niet gaan ‘om macht om de macht’, om macht als doel’. Wat een verademing dit nog eens te lezen.
Dit is nu het dilemma van Jean Marie Dedecker. Als kandidaat-voorzitter van de VLD streefde hij macht na om iets te doen, maar hij kreeg het niet. Hij wierp zich op als kandidaat-minister, maar om één of andere reden ging het feest niet door. En minister-van-staat zal hij zeker niet worden met zijn uitspraak dat België als ,,opera is begonnen en als operette zal eindigen, onder leiding van het Lakense volkstheater’’. Het zijn niet mijn maar zijn woorden. Als Dedecker niet streeft naar macht is hij volgens de woorden van Verhofstadt ‘verachtelijk’. Maar als hij wel streeft naar macht, wordt hij tegengehouden door zijn partijgenoten aan de top. Hij dreigt daarmee in een rol te komen dat hij in Oostende wel de stemmen mag vergaren voor de VLD, maar in de Brussel enkel wordt ‘gedoogd’ als een tijdelijke kwaal, zoniet een lastige kwal die op het land zal uitdrogen. Hij heeft regionaal electorale kracht, maar geen macht. Hij is een gekooide havik, ook al is het een gouden kooi.
Toch blijft Dedecker actief. Hij trekt de lijn van de Burgermanifesten door en actualiseert deze. Hij wil ook praten met het Vlaams Belang. De opsteller van de Burgermanifesten wilde in 1992 praten met Gerolf Annemans, toen reeds fractieleider in de Kamer van het Vlaams Blok, om hem te verleiden over te lopen naar de VLD. In 1992 werd Annemans kennelijk gezien als ‘redelijk’ terwijl hij nu de status van politieke paria heeft.
Ook hier moderniseert Dedecker het gedachtegoed en verwijst het cordon sanitaire naar de prullenmand. Het was onlangs opmerkelijk te zien hoe een groot deel van de Vlaamse pers zich uitsprak tegen een cordon sanitaire tegenover de Palestijnse terreur organisatie Hamas, maar wel pleit voor een cordon in Vlaanderen. Waar men een grote broek aantrekt in het buitenland, is men een platbroek in eigen land. In tal van landen heeft men in soortgelijke situaties het cordon laten varen, maar in Vlaanderen geldt het als canonieke eis van politieke moraal. Dat als gevolg van die zelfverklaarde ethiek het politieke leven wordt verlamd, deert kennelijk niemand. Hoeveel zwarte zondagen zijn er nog te gaan? Wie zelfs in de VLD tegen het cordon is, kan grote moeilijkheden verwachten. De voorzitter regeert de partij van de burger met volmachten en treedt op als wurger indien nodig. Nu is het eenvoudig simpele liberale zielen in uithoeken van Vlaanderen de nek om te draaien. Bij Dedecker ligt dat wat moeilijker. Deze zwiept de wurger onmiddellijk op de mat en dwingt hem tot afkloppen. Dat leidt tot rare situaties. Wanneer een eenvoudige VLD’er het cordon in de wind slaat, riskeert hij excommunicatie. Als Dedecker dat doet, durft men niets te doen omdat hij als electorale vloedgolf lelijk huis kan houden. De eenvoudige VLD’er is een ‘racist’, maar Dedecker blijft een ‘goudhaantje’. Criterium is dus niet het principe van het cordon, maar het aantal stemmen op conto van de partijtop.
Recht(s) voor de Raap is het Burgermanifest van nu. Het vult de ruimte die is opengelaten door de drie Burgermanifesten die – om het vriendelijk te zeggen – enigszins zijn vergrijsd dan wel opzettelijk bestoft. Er is ook een verschil. Het boek van Dedecker is concreet, helder en geeft antwoorden op vragen die nu leven. Het is niet een verzameling van visioenen die al lezende vergezichten blijken te zijn. Het is geen opmaat voor het Beloofde Land. Het is geen politiek proza, maar een handboek voor de komende jaren. Hij zegt niet wat het publiek moet denken, maar hij zegt wat het denkt. Hij bouwt voort op de Burgermanifesten van Verhofstadt en legt de vinger op de zere plek.
Over het woord ‘sociaal’ zei deze in 1992: ,,Er is geen woord dat vandaag meer te pas en te onpas wordt gebruikt dan het woord ‘sociaal’. Sociaal zijn communisten, socialisten, christen-democraten, vakbonden en mutualiteiten. Asociaal zijn al degenen die niet tot deze categorie behoren.’’ Dedecker herijkt het woord sociaal. Deze term is lange tijd beschouwd als intellectueel eigendom van de socialisten. Zij werpen zich op als de ‘socialen’ maar de manier waarop zij ‘solidariteit’ organiseren wordt stilaan een bouwvallig huis. Frank Vandenbroucke ziet dat, maar hij moet zwijgen. Hij is loyaal want die Partei hat immer recht. De neergang van la gauche caviar wordt manifest:
Uit nood probeert Vande Lanotte het nog eens met cheques, kortingen, reducties en ander snoepgoed. Maar iedereen vergeet dat de grondslag voor sociaal beleid een gezonde, concurrerende economie is. De meeste socialisten die over economie spreken hebben zelf nog nooit een snoepwinkel overeind gehouden. Bruno Tobback imiteert zijn vader en hup, hij is minister. Freya heeft haar eigen thesis niet eens geschreven, maar hup zij is vice-premier. Dedecker is ondernemer en is gezegend met personeel. Hij weet waarover hij praat. Hij weet dat een bedrijf dat enkel verlies maakt, failliet gaat. En dat zo’n bedrijf dan mensen moet ontslaan. Maar de jongens en meisjes van de SP.A weten dat niet. Zij denken heel slim te zijn maar ze mengen zich in zonder inzicht en doen uitspraken zonder uitzicht. Wie echter de economische en sociale realiteit beschrijft en bovendien spreekt uit eigen ervaring, is een ‘ruziemaker’.
En daarom zeg ik tegen Dedecker: ga zo door. Hoe harder ze U bestrijden, hoe meer U groeit. Hoe vaker ze U weghouden van besturen, hoe meer stemmen U behaalt. Hoe meer ze U verketteren, hoe groter uw populariteit. De elite is tegen, maar het volk is voor.
Dank U.
Toespraak van Derk Jan Eppink bij de voorstelling van het boek "Rechts voor de raap" van Jean-Marie Dedecker, 10 februari 2006
Nu moet ik het woord ‘ruzie’ wel nader omschrijven. Wat is ruzie?
- In een particratie waar de partijlijn het hoogste goed is, is een persoon met een afwijkende mening al snel een ‘ruziemaker’.
- In een parlement waarin parlementsleden worden geacht hun mond te houden, is een aanjager van publiek debat direct een ‘ruziemaker’.
- Voor het establishment van het land is een man die niet gevoelig is voor eretitels en medailles niet coöperatief, en bijgevolg een ‘ gevaarlijke ruziemaker’
- In een medialandschap dat vooral links is, is een politicus die niet politiek correct is meteen een ‘verzuurde ruziemaker’. De media zijn lichtelijk schizofreen als het over publiek debat gaat. Als een parlementslid jarenlang onopvallend is geweest, zeggen de media dat hij niets heeft gedaan. Als hij dan wat doet door wetgeving te maken en publieke stellingen in te nemen is hij de ‘pathologische ruziemaker’.
Er is zelfs een nog ergere gradatie van het vergrijp waarin Dedecker recidiveert in de rozentuin van de Wetstraat: hij zegt wat er leeft in de bevolking. En dat is gevaarlijk! Dedecker zegt dat de Wetstraat niet alleen een particratie is, maar ook een amigocratie en een familiecratie. In dergelijke zichzelf coöpterende gezelschappen, telt de opvatting van de straat niet mee. Dat wordt afgedaan als populisme en ruziemakerij. Jean-Marie Dedecker gaat in tegen de heersende mening van de politiek-culturele elite. Hij is de vijand van de 1968 generatie. Hij schendt soms conventies en gebruiken. Hij gaat in tegen gestelde lichamen. Als hij gevat is, noemen zijn critici hem plat. Waarom is de elite zo boos op hem: Hij brengt boven de oppervlakte wat leeft onder de bevolking. Dat is zijn kracht. Dat is ook de vrees van zowel de gevestigde regering als de gevestigde oppositie, waaronder het Vlaams Belang.
Als een minister van Begroting een lening aanziet voor een gift, haalt Dedecker hard uit. Als die minister dan ook nog de lieveling van de media is, de icoon van de 1968 generatie en de electorale pijler van een machtspartij is hij de gebeten hond. Hij wordt gebeten door de neten. Hij krijgt dan voor de voeten geworpen dat hij een macho is of vrouwonvriendelijk. Maar de betrokken minister maakte in het jaar 2000 zelf campagne in Gent met haar benen op grote affiches. We zagen het in Knack. En ja, hoge benen vangen veel wind.
Toen ik ‘Recht(s) voor de raap’ las, zag ik veel overeenkomsten met een boekwerk dat helaas nog zelden wordt genoemd, maar dat ook de burger wilde bereiken. Het waren de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Helaas, dat boek is amper te verkrijgen, zelfs niet bij De Slegte, maar het is zeer aan te bevelen als politieke litteratuur. Er staan dingen in die waar zijn. Maar die waarheden mogen niet meer mogen gezegd. Niet door de huidige regering en zelfs niet meer door de toenmalige auteur, alias de burgerdemocraat.
Ik citeer uit het Tweede Burgermanifest van 1992:
,,De ware burger-politicus moet spreken zoals hij denkt. Dat is vandaag in de politiek zo uitzonderlijk geworden, dat het meteen als een bijzondere kwaliteit wordt gesignaleerd. Hij spreekt de taal van de mensen, zo luidt het dan’’.
Dat is nu precies wat Dedecker doet. Hij spreekt de taal van de mensen, maar toen hij voorzitter van de VLD wilde worden was de hele partijtop tegen, inclusief de auteur van de Burgermanifesten. Voor de één was Dedecker een ‘vrijbuiter’, voor de ander een ‘populist’. Dedecker moest zielsalleen langs de VLD afdelingen gaan om zijn verhaal te doen. Geen enkele partijmandataris mocht hem steunen, laat staan een minister. Zij zouden directe liquidatie riskeren. Toch haalde Dedecker bijna 40 procent. Wat heeft Dedecker nu misdaan? Hij pakt enkel de draad op waar Verhofstadt hem heeft laten vallen.
In zijn boek zegt Dedecker: ,,Tussen de islam en het vrije westen is er een nieuwe vorm van koude oorlog ontstaan, maar dan zonder de bescherming van het ijzeren gordijn. Na eeuwenlange strijd van ontvoogding tegen de katholieke kerk mogen we onder geen beding laten tornen aan de scheiding van kerk en staat. Democratie staat tegenover theocratie.’’
Wat zegt Verhofstadt in zijn Tweede Burgermanifest:
Het gaat erom, net zoals in de VS het geval is, de overwegend islamitische migranten de bij ons geldende levenswijze en waarden te doen aanvaarden. De vraag is of islam wel in overeenstemming te brengen is met de liberale democratie. De islam is in werkelijkheid niet alleen een godsdienst maar ook een ideologie en een sociaal-politieke filosofie die door de overheid wordt gecontroleerd. In wezen verschilt die toestand niet van het socialisme of het communisme. Van zodra de islam de staat en de samenleving wil ordenen - overeenkomstig haar morele beginselen en haar opvatting over goeden kwaad - wordt de grens van de verdraagzaamheid overschreden.
Wat is het verschil tussen het Burgermanifest uit 1992 en het Manifest voor de Burger dat Dedecker nu voorstelt? Het verschil is dat de eerste zijn woorden is vergeten en de tweede niet. De eerste ziet zich als staatsman; de tweede wordt populist genoemd.
Dedecker verwijst terecht naar de Franse filosoof Jean-Francois Revel die ooit heeft gezegd dat een beschaving die zich voor alles schuldig voelt de energie en de overtuiging mist zichzelf te verdedigen. Dat is nu het centrale probleem. Het politiek correcte denken dat een overblijfsel is van de 1968 omwenteling heeft de Europese elite opgezadeld met een permanent schuldgevoel. Dat heeft geleid tot een gebrek aan cultureel zelfvertrouwen in West-Europa waardoor we zelf niet meer weten waar we voorstaan. Omdat we altijd bang zijn te worden uitgemaakt voor ‘racist’ of’populist’, geven we steeds toe in de hoop dat ons niets zal gebeuren. Maar op een dag worden we wakker in een huis waarin we niets meer te zeggen hebben. Gradueel cultuur relativisme leidt tot culturele capitulatie. Gelukkig ligt dat in Oost-Europa anders. Daar is een cultureel zelfvertrouwen die voortvloeit uit de kracht van de herwonnen vrijheid. Het zijn de Oost-Europeanen die Europa zullen redden. Voor hen was 1968 niet een neergang tot nihilisme zoals bij ons, maar een Praagse Lente die de voorbode zou worden van vrijheid. De eerste trend moeten wij breken; bij die tweede trend moeten bij aanknopen. Dat doet Jean Marie Dedecker.
Op een andere plaats zegt het Tweede Burgermanifest:
België is op sterven na dood. Dat is het resultaat van tientallen communautaire compromissen en politieke koopjes sinds 1970. Federalisme werd beschouwd als een wondermiddel tegen communautaire spanningen. De hervorming van onze instellingen moet radicaal worden overgedaan en totaal anders worden aangepakt. Eerst de burger zijn maximale vrijheid geven en dan alles opbouwen van onderop, via gemeenten en regio’s en in de laatste plaats de federale overheden.
Veertien jaar later trekt Dedecker de lijn door en wil een scheiding naar regio’s om de burgers meer vrijheid te geven. Maar nu is hij een ‘omfloerste separatist’ of zelfs een ‘separatist tout court’, althans volgens de toespraak van de koning jegens de gestelde lichamen. Een toespraak die valt onder verantwoordelijkheid van de toenmalige auteur van het Tweede Burgermanifest.
Ik zou Dedecker, als opsteller van het eigentijdse Burgermanifest, de raad willen geven eens goed te kijken naar het Derde Burgermanifest van zijn partijleider. Dat manifest werd toen geschreven om een commentator van Het Laatste Nieuws in het ongelijk te stellen. Het manifest noemt zichzelf een pamflet en lijkt op een uit de hand gelopen commentaar op de commentator. Dat derde manifest zegt: ,,Een politicus die geen macht nastreeft is verachtelijk want dan streeft hij enkel een inkomen of een positie na, maar geen betere toekomst voor de samenleving. Het mag niet gaan ‘om macht om de macht’, om macht als doel’. Wat een verademing dit nog eens te lezen.
Dit is nu het dilemma van Jean Marie Dedecker. Als kandidaat-voorzitter van de VLD streefde hij macht na om iets te doen, maar hij kreeg het niet. Hij wierp zich op als kandidaat-minister, maar om één of andere reden ging het feest niet door. En minister-van-staat zal hij zeker niet worden met zijn uitspraak dat België als ,,opera is begonnen en als operette zal eindigen, onder leiding van het Lakense volkstheater’’. Het zijn niet mijn maar zijn woorden. Als Dedecker niet streeft naar macht is hij volgens de woorden van Verhofstadt ‘verachtelijk’. Maar als hij wel streeft naar macht, wordt hij tegengehouden door zijn partijgenoten aan de top. Hij dreigt daarmee in een rol te komen dat hij in Oostende wel de stemmen mag vergaren voor de VLD, maar in de Brussel enkel wordt ‘gedoogd’ als een tijdelijke kwaal, zoniet een lastige kwal die op het land zal uitdrogen. Hij heeft regionaal electorale kracht, maar geen macht. Hij is een gekooide havik, ook al is het een gouden kooi.
Toch blijft Dedecker actief. Hij trekt de lijn van de Burgermanifesten door en actualiseert deze. Hij wil ook praten met het Vlaams Belang. De opsteller van de Burgermanifesten wilde in 1992 praten met Gerolf Annemans, toen reeds fractieleider in de Kamer van het Vlaams Blok, om hem te verleiden over te lopen naar de VLD. In 1992 werd Annemans kennelijk gezien als ‘redelijk’ terwijl hij nu de status van politieke paria heeft.
Ook hier moderniseert Dedecker het gedachtegoed en verwijst het cordon sanitaire naar de prullenmand. Het was onlangs opmerkelijk te zien hoe een groot deel van de Vlaamse pers zich uitsprak tegen een cordon sanitaire tegenover de Palestijnse terreur organisatie Hamas, maar wel pleit voor een cordon in Vlaanderen. Waar men een grote broek aantrekt in het buitenland, is men een platbroek in eigen land. In tal van landen heeft men in soortgelijke situaties het cordon laten varen, maar in Vlaanderen geldt het als canonieke eis van politieke moraal. Dat als gevolg van die zelfverklaarde ethiek het politieke leven wordt verlamd, deert kennelijk niemand. Hoeveel zwarte zondagen zijn er nog te gaan? Wie zelfs in de VLD tegen het cordon is, kan grote moeilijkheden verwachten. De voorzitter regeert de partij van de burger met volmachten en treedt op als wurger indien nodig. Nu is het eenvoudig simpele liberale zielen in uithoeken van Vlaanderen de nek om te draaien. Bij Dedecker ligt dat wat moeilijker. Deze zwiept de wurger onmiddellijk op de mat en dwingt hem tot afkloppen. Dat leidt tot rare situaties. Wanneer een eenvoudige VLD’er het cordon in de wind slaat, riskeert hij excommunicatie. Als Dedecker dat doet, durft men niets te doen omdat hij als electorale vloedgolf lelijk huis kan houden. De eenvoudige VLD’er is een ‘racist’, maar Dedecker blijft een ‘goudhaantje’. Criterium is dus niet het principe van het cordon, maar het aantal stemmen op conto van de partijtop.
Recht(s) voor de Raap is het Burgermanifest van nu. Het vult de ruimte die is opengelaten door de drie Burgermanifesten die – om het vriendelijk te zeggen – enigszins zijn vergrijsd dan wel opzettelijk bestoft. Er is ook een verschil. Het boek van Dedecker is concreet, helder en geeft antwoorden op vragen die nu leven. Het is niet een verzameling van visioenen die al lezende vergezichten blijken te zijn. Het is geen opmaat voor het Beloofde Land. Het is geen politiek proza, maar een handboek voor de komende jaren. Hij zegt niet wat het publiek moet denken, maar hij zegt wat het denkt. Hij bouwt voort op de Burgermanifesten van Verhofstadt en legt de vinger op de zere plek.
Over het woord ‘sociaal’ zei deze in 1992: ,,Er is geen woord dat vandaag meer te pas en te onpas wordt gebruikt dan het woord ‘sociaal’. Sociaal zijn communisten, socialisten, christen-democraten, vakbonden en mutualiteiten. Asociaal zijn al degenen die niet tot deze categorie behoren.’’ Dedecker herijkt het woord sociaal. Deze term is lange tijd beschouwd als intellectueel eigendom van de socialisten. Zij werpen zich op als de ‘socialen’ maar de manier waarop zij ‘solidariteit’ organiseren wordt stilaan een bouwvallig huis. Frank Vandenbroucke ziet dat, maar hij moet zwijgen. Hij is loyaal want die Partei hat immer recht. De neergang van la gauche caviar wordt manifest:
- Steve Stevaert kwam met zijn gratis politiek maar bleek een Sinterklaas die vooral zichzelf bediende.
- - Johan Van de Lanotte kwam met het Zilverfonds wat echter niet meer is dan een leeg spaarvarken.
- - Freya moest dit alles een leuk aangezicht bieden maar zij is intussen over zoveel paarden getild dat er geen paarden meer over zijn.
Uit nood probeert Vande Lanotte het nog eens met cheques, kortingen, reducties en ander snoepgoed. Maar iedereen vergeet dat de grondslag voor sociaal beleid een gezonde, concurrerende economie is. De meeste socialisten die over economie spreken hebben zelf nog nooit een snoepwinkel overeind gehouden. Bruno Tobback imiteert zijn vader en hup, hij is minister. Freya heeft haar eigen thesis niet eens geschreven, maar hup zij is vice-premier. Dedecker is ondernemer en is gezegend met personeel. Hij weet waarover hij praat. Hij weet dat een bedrijf dat enkel verlies maakt, failliet gaat. En dat zo’n bedrijf dan mensen moet ontslaan. Maar de jongens en meisjes van de SP.A weten dat niet. Zij denken heel slim te zijn maar ze mengen zich in zonder inzicht en doen uitspraken zonder uitzicht. Wie echter de economische en sociale realiteit beschrijft en bovendien spreekt uit eigen ervaring, is een ‘ruziemaker’.
En daarom zeg ik tegen Dedecker: ga zo door. Hoe harder ze U bestrijden, hoe meer U groeit. Hoe vaker ze U weghouden van besturen, hoe meer stemmen U behaalt. Hoe meer ze U verketteren, hoe groter uw populariteit. De elite is tegen, maar het volk is voor.
Dank U.
Toespraak van Derk Jan Eppink bij de voorstelling van het boek "Rechts voor de raap" van Jean-Marie Dedecker, 10 februari 2006
Reacties
Peter Fleming
vrijdag, 10 februari, 2006 - 14:42misschien toch eens dat boek van Dedecker kopen?
Cogito
vrijdag, 10 februari, 2006 - 14:52Zeker. Ik hoop dat hij er veel uit voorleest in het parlement en zijn partij. Ik hoop dat JM historisch veel stemmen zal halen, meer dan Tindemans ooit. Als U dan toch VLD stemt, stem dan JM. Maar ik stem geen VLD meer. Ik ben bang dat JM minister van sport wordt...
Willy De Ridder
vrijdag, 10 februari, 2006 - 15:03J M Dedecker is inderdaad een van de weinigen die durft zeggen wat hij denkt en wat de mensen denken. Ook mijn bewondering voor Derk Jan Eppink die als Nederlander beter dan wie ook de vinger op de gapende wondes van Vlaanderen kan en durft leggen. Waar is onze vlaamse Eppink???
Govaert Jan
vrijdag, 10 februari, 2006 - 15:14In een open en democratische maatschappij
is een zachte vorm van cynisme een probate barometer om te
beletten dat partijen zich inmetselen in de
bunker van de macht en zich afsluiten voor de realiteit en
daardoor inert dreigen te worden.
Van dit cynisme hebben JD. Eppink en JM. Dedecker
duidelijk een gezonde portie meegekregen.
ivanhoe
vrijdag, 10 februari, 2006 - 15:22Leuke en sterke speech behalve:
"De neergang van la gauche caviar wordt manifest:
Steve Stevaert kwam met zijn gratis politiek maar bleek een Sinterklaas die vooral zichzelf bediende.
- Johan Van de Lanotte kwam met het Zilverfonds wat echter niet meer is dan een leeg spaarvarken.
- Freya moest dit alles een leuk aangezicht bieden maar zij is intussen over zoveel paarden getild dat er geen paarden meer over zijn. "
Zelf hekelt hij het dat rechts "verzuurd" genoemd wordt, maar hij is zelf nie beter...Eppink, en zeker zijn gedachtengoed heeft deze aanvallen op de man niet nodig.
Briggs
vrijdag, 10 februari, 2006 - 15:35Hoeveel kost dat boek?
JM Dedecker kan een goede politicus zijn, maar vertrouwen doe ik hem niet. We zullen zien, dan geloven.
Als ie schoon schip kan houden bij de VLD & werkelijk samenwerkt met het Vlaams Belang dan heeft hij een kans.
Probleem is: Waar staat JMDD? Op de ene zijde zal het VB na 2 jaar 'regeren met JM' ten onder gaan; de andere zijde gaat ie wel gaan praten met Annemans. Wat is het nu? Politieke concurrentie met VB als vijand of als potentiële partner?
JMDD is denk ik niet de enige die spreekt wat de burger denkt...dat mag men ook niet vergeten. Het VB doet dat al wat langer...soit we zullen wel zien
LVB
vrijdag, 10 februari, 2006 - 16:03@Briggs: even de voorpagina van het boek aanklikken bovenaan rechts van deze pagina, en je kunt het online bestellen voor 15,99 euro plus 1,5 euro verzendingskosten.
Willy
vrijdag, 10 februari, 2006 - 16:18Ik heb een leraar wiskunde gekend, goed ingeburgerd in katholieke middens, die dreigde bij de Volksunie aan te sluiten als de CVP niet met iets voor hem over de brug kwam. Hij werd gecoöpteerd CVP-senator met heel wat bijverdiensten. Ik vertel dit, omdat JMDD juist hetzelfde doet. Hij zit knus in de VLD (VLaanderens Doem), maar wil veel meer. De VLD moet hem dat geven, zoniet... Volgend jaar, rond deze tijd, kennen we de uitslag.
Jöe
vrijdag, 10 februari, 2006 - 16:36Ik moet bijna overgeven
Thos
vrijdag, 10 februari, 2006 - 19:32Héérlijk om lezen, na zoveel jaar semi-links dictaorialisme is deze tekst bijna revolutionair omdat hij terug aanknoopt met de beginselen en waarden van onze democratie. We zijn onze eigen waarden bijna niet meer gewoon na ettelijke jaren nihilisme en links-populisme.
Peter Fleming
vrijdag, 10 februari, 2006 - 19:52Het viel op het journaal nogal hard op dat ze bij de VRT hard hun best deden om Somers ertoe te bewegen Dedecker uit de partij te zetten.
Btw: veel vlott'ers en vb'ers op de persconferentie en maar één vld-parlementair (van biesen?); de rest wist van toeten noch blazen of deed dat alsof ze druk bezig waren
Jöe
vrijdag, 10 februari, 2006 - 22:52onder het aanwezige gespuis zat ook wim schamp.
wat ik over JM en die omhooggevallen karnavalzot schreef in mei 2005:
http://lvb.net/item/1077#8004
Briggs
zaterdag, 11 februari, 2006 - 09:50Bedankt LVB maar ik heb het ondertussen gekocht bij de 'Socialistische' Standaard boekhandel v Dilbéque; ik was toch in de buurt. 19.5¤; zit al aan pagina 136 hopelijk vanavond aan het einde.
Jöe
zaterdag, 11 februari, 2006 - 14:15@Briggs: "de 'Socialistische' Standaard boekhandel v Dilbéque"
if you say so (zucht)
arme drommel
Peter Fleming
zaterdag, 11 februari, 2006 - 15:54en Briggs, is het de moeite om te kopen
na zijn verschijningen in 'morgen beter' en 'polspoel & desmet' begon ik toch weer te twijfelen
allemaal interessante lectuur misschien, maar kan hij het waarmaken!? dan is het die 15 ¤ niet waard
in de tijd van de burgermanifesten, die in mijn boekenkast staan te vergelen, koesterde ik die illusie nog wel
Thomas
zaterdag, 11 februari, 2006 - 17:27Dedecker is een bekwame kerel, maar is m.i. nog altijd veel te links. Hij is nog lang geen wilders of de winter. Hij heeft duidelijk geen respect voor het VB en kan zich wslk wel vinden in de "kakkerlakken" praat van de vld.
Daarom zal hij geen enkele stem van het VB wegkapen, wel van het resterende centrum-rechts van de vld.
Briggs
zaterdag, 11 februari, 2006 - 17:31PF: had hem ondertussen al gekocht & nu ook gelezen.
Het boek valt wel best mee. 15¤ is een betere prijs dan 19,5¤.
http://d-vdb.blogspot.com/2...
ivan
zaterdag, 11 februari, 2006 - 23:23@peter: lees jij alleen boeken waarvan de kans bestaat dat de auteur zijn ideeën ook kan waarmaken? Dan zijn er maar weinig boeken die je kunt lezen me dunkt.
Peter Fleming
zondag, 12 februari, 2006 - 19:51Ivan: ik koop ze enkel niet, ik spendeer mijn euro's dan liever aan iets anders, maar gelukkig zijn er nog dan bibliotheken
Briggs
zondag, 12 februari, 2006 - 21:28bibliotheken...allez dan zal je het boek binnen 10 jaar kunnen uitlenen :)
ivan
zondag, 12 februari, 2006 - 22:15Misschien kan het boek het kopen waard zijn om nieuwe ideeën op te doen, of om nieuwe informatie in te winnen, of om je te amuseren...
LVB
zondag, 12 februari, 2006 - 23:11@Peter Fleming en ivan: ik ben het eens met ivan. Sterker nog: als iemand een boek schrijft en je bent er volledig zeker van dat hij de ideeën in de praktijk zal omzetten, waarom zou je het boek dan nog kopen? Je zal immers straks wel zien wat het is.
Als iemand daarentegen een boek schrijft maar je weet dat hij de ideeën slechts gedeeltelijk of helemaal niet zelf kan waarmaken, dan wordt het pas interessant. Dan lees je het boek, al was het maar om te zien of er dingen zijn waar je zelf iets aan kunt doen.
Neem nu de burgermanifesten: veel ideeën daaruit zijn door anderen dan Verhofstadt zelf gerealiseerd. Een boek met politieke ideeën schrijf je niet omdat je die ideeën allemaal zelf wilt realiseren (wie denkt dat hij dat kan is een overmoedige idioot of iemand die meer belooft dan hij kan waarmaken), nee je schrijft zo'n boek, opdat de ideeën maximaal zouden verspreid raken en ook door anderen gerealiseerd zouden worden.
Peter Fleming
maandag, 13 februari, 2006 - 09:14Luc, Ivan: jullie hebben een punt, maar ik denk dat jullie er niet meer achter moeten zoeken, ik lees gewoon liever boeken over recente geschiedenis en internationale politiek (en af en toe wat economie tussendoor). Het pleidooi van een of andere lokale brulboei voor het opheffen van één of andere snelheidslimiet klinkt dan nogal triviaal. Sorry dat ik het wat karikaturaal stel (of mag dat sinds kort niet meer? ;) )
De Meulenaer
maandag, 13 februari, 2006 - 09:27Schitterend toch?
Nu hebben we al Nederlanders nodig om wat 80% van ons volk vindt te laten bevestigen. De Vlamingen zijn zo mak dat ze verdorie niet meer voor zich zelf opkomen, integendeel, ze zijn die meneer Eppink nog niet eens dankbaar voor het feit dat híj het wel doet, maar kruipen nog dieper in het stof en menen door nederige kruiperigheid vergiffenis te kunnen vinden voor imaginaire zonden. Het probleem ligt erin dat we zelf geen enkele zelfverzekerdheid meer hebben, na jaren afbraak van onze waarden en beginselen. We hebben geen wortels meer. We zijn een stuurloos, willoos, consumerend volkje geworden. The last days of Rome?
Of hoe je een totalitair regime krijgt... En het toppunt is dan nog dat 'men' constant wijst op het gevaar van 'populisten'. Fortuin was ook een populist. Stevaert, Bertje Anciaux zijn dat volgens mij ook. Alleen is een linkse populist om één of andere politiek correcte reden een democraat, en is een rechtse democraat een populist.
Ik snap ook niet waar men het háált om Eppink cynisch of verzuurd te noemen. Kan mij iemand een keer een definitie bezorgen van 'verzuurd zijn'?
Gelukkig hébben we zulke nederlanders. Dank u meneer Eppink. We gaan u nog hard nodig hebben. We zouden u beter Ere-Burger maken. Het is te hopen dat u ons blijft wakker schudden. Want we slapen nog diep. Heel diep.
Trouwens, Meneer Dedecker ik hoop dat ge ook niet ophoudt. En ik ga uw boek lezen.
Bart Vandaele
maandag, 13 februari, 2006 - 12:56HOOGMOED KOMT VOOR DE VAL
De jongste tijd worden we steeds meer geconfronteerd met de almaar luidere roep naar een onafhankelijk Vlaanderen.
Bewust gebruikt men in dat opzicht sympathiek klinkende termen zoals onafhankelijkheid en zelfbestuur terwijl het eigenlijk neerkomt op de vernietiging van België en meteen ook van de welvaartstaat zoals we die tot nu toe kenden.
Velen zijn door de onophoudelijke propaganda die gevoerd wordt de mening toegedaan dat een onafhankelijk Vlaanderen inderdaad ook een verbetering voor Vlaanderen zou kunnen meebrengen.
Die verbetering zou er in de eerste plaats komen door een forse kapitaalsinjectie in de Vlaamse economie , het geld dat men daarvoor nodig zou hebben is dan immers ruim voorhanden doordat er in een onafhankelijk Vlaanderen geen sprake meer zou zijn van de fameuze miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië.
Op het eerste zicht lijkt alles te kloppen als een bus maar voor wie tweemaal nadenkt komen algauw de nadelen en zelfs de totale rampspoed naar voor die een splitsing van België met zich mee zal brengen.
Met de regelmaat van de klok verschijnen er in de media verhalen van goedkope Oost-Europese arbeidskrachten die hier de jobs van de lokale bevolking komen inpikken.
Ook zien we dikwijls bedrijven van hieruit vertrekken naar deze lage-loon landen.
Door de vele beslommeringen die zo’n délokalisatie met zich meebrengt laten gelukkig niet alle bedrijven zich tot een dergelijke verhuis verleiden.
Geheel anders zal de situatie zijn wanneer men erin slaagt om België op te splitsen in twee delen of van zodra men zelfs maar de sociale zekerheid opsplitst.
Wallonië zal er van dan af helemaal alleen voorstaan en zal niet meer over de middelen beschikken om een sociaal zekerheidsstelsel te financieren voor hun werklozen , ouderen en zieken.
Deze nieuwe zelfgecreëerde straatarme buur zal zich bovendien genoodzaakt zien om vele mensen die nu nog in staatsverband tewerkgesteld zijn op straat te zetten door gebrek aan financiële middelen.
Om brood op de plank te krijgen voor zichzelf en hun familie zal dit immens leger werklozen nu verplicht zijn om tegen elke prijs werk te vinden.
Omdat de zware Waalse industrie (waardoor België en in het bijzonder Vlaanderen zich tijdens de moeilijke crisisjaren recht kon houden) op sterven na dood is zullen deze hopelozen zich massaal op het welvarende Vlaanderen richten.
De Vlaamse industrie zal door zo’n groot en plots aanbod van werkwilligen aan lage loontjes rap hun keuze gemaakt hebben.
Door de wet van vraag en aanbod en door onderlinge concurrentie gedreven zal zij niet anders kunnen dan deze sterk gemotiveerde werkzoekenden tewerk te stellen aan absolute minimumlonen.
De desastreuze gevolgen zullen niet lang op zich laten wachten.
Wie nu in Vlaanderen zijn job zal willen behouden zal bereid moeten zijn om ook aan deze voorwaarden te werken.
Resultaat : Lagere lonen , verslechterende arbeidsvoorwaarden vermindering van levensstandaard en koopkracht en dus een ramp voor de middenstand en kmo’s.
Daaruit zal onvermijdelijk volgen een vermindering van belastingsinkomsten voor de staat , waardoor ook hier in Vlaanderen de goede sociale voorzieningen (kinderbijslag,pensioenen,ziekteverzekering, enz…)voorgoed tot het verleden zullen behoren.
Welvaart voor Vlaanderen door een onafhankelijk Vlaanderen , de slogan van de Vlaams nationalistische separatisten zal binnen de kortste keren tot een echte nachtmerrie verworden. Welvaart zal slechts nog een vage herinnering uit de goeie oude unitaire tijd zijn.
Maar onze industrie zal er dan toch wel bij varen zullen sommigen opperen.
Helaas ook hier zal dit geenszins het geval zijn want alhoewel de lonen zullen dalen zullen ze toch niet dalen tot op het niveau van de nieuw opgekomen industrielanden.
Onze lonen zullen bevriezen op het niveau van de bestaands en loon minima die hier hoe dan ook nog altijd hoger zullen zijn dan die in de ex-Oostbloklanden en het verre oosten.
We zullen dus Armer geworden zijn maar nog net niet straatarm en daardoor zullen we willens- nillens gedwongen worden enkel nog de goedkoopste goederen aan te kopen.
In realiteit wil dat zeggen dat er enkel nog die goederen die geproduceerd werden in die lage-loon landen.
Bedenk wel dat dit enkel maar mogelijk is dank zij de aan slavenarbeid grenzende condities waaronder deze mensen moeten werken.
En daartegenover zal zelfs onze industrie het loodje moeten leggen.
In Wallonië zal intussen de toestand zo mogelijk nog schrijnender geworden zijn.
De armlastige Waalse regering zal het aan zichzelf en zijn bevolking verplicht zijn om op zijn beurt tegen elke prijs werk te creëren en zal dat enkel kunnen doen door “vreemd” kapitaal aan te trekken voor nieuw op te richten industrieën in wat we tot nu toe als de groene long van België kunnen beschouwen.
Niet meer geremd door enige Belgische wetgeving zal Wallonië zich als het ware automatisch gedwongen zien om aan investeerders de soepelste Europese bedrijfs,milieu en lonen ethiek aan te bieden.
In dit geval zijn dit de loon en arbeidsvoorwaarden van de nieuw aangesloten Oost-Europese lidstaten.
Men hoeft er geen moment over te twijfelen dat deze investeerders in de eerste plaats uit Vlaanderen zullen komen.
Immers ,wie er tot nu toe tegen opzag om zijn bedrijf te verhuizen zal nu met een soort van tweede Roemenië op 30 km van zijn achterdeur geen seconde twijfelen.
Kortom een neerwaartse spiraal die eenmaal als ze een feit is nog moeilijk zal om te keren zijn.
Indien iedereen zomaar kritiekloos blijft meelopen in dit verdeel en heers beleid zal de prijs die we daar met z'n allen (industrieelen,zelfstandigen,kmo's,loontrekkenden,hulpbehoevenende en vrije beroepen) voor zullen moeten betalen zeer hoog zijn.
De eerste tekenen zijn reeds zichtbaar,moordende concurrentie voor de bedrijven,loonmatigingen,kafkaiaanse administratie,afbouw van de pensioenen,toenemende werkdruk etc...
De welvaart die we tot voor kort kenden zal enkel nog iets zijn waar we met heimwee en weemoed aan zullen terugdenken.
STOP DEZE WAANZIN http://WWW.B-U-B.BE
Briggs
maandag, 13 februari, 2006 - 17:06Bart Vandaele...ge zijt ne zieligaard.
eppi
dinsdag, 7 maart, 2006 - 08:42Een mens mag precies niet meer van gedachten veranderen. Maar werkte Eppink vroeger niet voor de PvdA (de Nederlandse) socialisten en nu voor de ultraliberaal Bolkestein?