De propaganda achter het anti-amerikanisme

Hele generaties Vlaamse intellectuelen zijn opgeleid aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze hebben gestudeerd in een universiteitsbibliotheek aan het Ladeuzeplein dat twee keer door de Duitsers werd afgebrand en twee keer met Amerikaans geld werd herbouwd. En toch, geen land komt er bij Vlaamse intellectuelen slechter af dan Amerika. Wie VRT-programma's bekijkt, krijgt de volgende indruk van Amerikanen: domme dikkerds die graag een pistool op zak hebben, doodstraffen uitdelen (bij voorkeur aan zwarten) en die seksueel gefrustreerd zijn. Terzake kondigt onderwerpen met deze inhoud neerbuigend aan. In Panorama leidt de presentator op dreigende toon gekochte documentaires over Amerika in. Eigen producties worden al jaren niet meer gemaakt. In het nieuws wordt bijna hoofdschuddend over de VS bericht. Als de naam van president George Bush valt, slaat verbetenheid toe als ware hij de duivel in persoon. In de kranten en weekbladen is het van hetzelfde laken een pak. [...] Het anti-amerikanisme zegt meer over Vlaamse intellectuelen dan over Amerika. In hun denkluiheid verwijten intellectuelen de VS dingen die in eigen land doodnormaal zijn. Zo hoorde ik onlangs de VRT-radio spreken over het 'geslacht Bush'. Dat klopt, George Bush is president, zijn vader was het ook en zijn broer is gouverneur van Florida. Is dat verkeerd? Vlaanderen wordt geregeerd door politieke geslachten: Tobback, Dehaene, Van den Bossche, Claes, Eyskens, Anciaux. Zonen en dochters van bekende politici worden nu al op prille leeftijd minister en worden, zoals Freya Van den Bossche, gepromoot door dezelfde media die afkerend spreken over 'het geslacht Bush'. Toen vorig jaar Arnold Schwarzenegger gouverneur van Californië werd, was de meeste berichtgeving spottend in de trend van: ,,Zie daar een acteur en spierbundel uit Oostenrijk kan zomaar gouverneur worden, dat kan alleen in Amerika.'' Ja, dat kan inderdaad alleen in Amerika. In Vlaanderen is het ondenkbaar dat een Limburger gouverneur wordt van West-Vlaanderen of omgekeerd. Dat is over vijftig jaar nog zo. In de Wetstraat kan een politicus het ministerschap mislopen omdat hij toevallig uit het verkeerde dorp komt. Wie is er nu eigenlijk open en wie is er gesloten: Amerika of Vlaanderen? Wie in de Wetstraat een politieke carrière wil beginnen moet zich bijna prostitueren bij de partijleiding. In de SP.A mag niets gebeuren tegen de wil van Stevaert. Hij beslist wie tot de jonge garde behoort en wie niet. In de VLD draait alles al 25 jaar om Verhofstadt en Dewael. Hun acolieten (Somers, Keulen) krijgen belangrijke posten. Een nieuwkomer kan niet doordringen tegen de wil van de partijleiding. In de VS kan dat wel. Jimmy Carter was een onbekende pindaboer voordat hij president werd. Clinton was een onbekende gouverneur voordat hij het Witte Huis betrad. Kandidaten kunnen doorstoten, soms tegen de wil van de heersende elite in. Het Amerikaanse politieke stelsel is opener dan het Vlaamse. [...] Ik ga, wat Amerika betreft, niet meer af op de Vlaamse of Nederlandse media. Ze voeren campagne en geven geen evenwichtig beeld van de VS. Ze praten Hollywood na, maar over het Zuiden of de Mid West horen we niets. Behalve dan een reportage in Terzake waarin lacherig wordt getoond dat men in Nevada geen dildo's mag kopen. De boodschap was weer helder: ,,Wat een hypocrieten, die Amerikanen.'' Ik herinner me het Zeeuws-Vlaamse dorp Sluis met al zijn sekswinkels. Het dorpje dreef op dildo's en op Vlaamse klandizie. Waarom? In België waren sekswinkels verboden.

Derk Jan Eppink in De Standaard van 27 augustus 2004

Reacties

#9212

walter maes

 

Een verfrissende gedachtengang.

Meer van dat is nodig.