Belgisch puin ruimen in New York

820 Fifth Avenue
Ruziënde Belgische diplomaten in New York zorgden ervoor dat een receptie ter gelegenheid van de Dag van de Dynastie moest afgelast worden terwijl 40 belangrijke gasten verkleumd op de stoep stonden te wachten tussen de bakken Duvel-bier. U kon het op 2 januari al lezen in The Wall Street Journal en op 3 januari op LVBlog. De ruzie ging over het gebruik van de prestigieuze residentie van de Belgische consul-generaal (820 Fifth Avenue) met uitzicht over Central Park, en de hoofdrolspelers waren consul-generaal Stéphane de Loecker, van MR-signatuur, en de Belgische ambassadeur bij de VN, Jean de Ruyt, van PS-signatuur. Trends-Tendances en De Standaard (13 maart) wisten later te vertellen dat beide diplomaten op strafexpeditie gestuurd waren: de PS-er werd "rondreizend amabassadeur" en de MR-er werd overgeplaatst naar Beiroet. Karel De Gucht mag nu als kersvers minister van buitenlandse zaken het puin ruimen dat zijn voorganger Louis Michel achterliet.

De Standaard schreef gisteren (abo vereist): "In de wandelgangen van de Diplomatieke Contactdagen deze week viel de verwachting te horen dat de zaak weer in de plooi valt nu er weer ,,redelijke mensen'' in New York benoemd zijn. De ambassadeur bij de VN, Johan Verbeke, die nog een paar maanden als kabinetschef blijft functioneren, staat bekend als een zeer bekwame en professionele diplomaat bij wie het werk primeert, niet de glitter. De nieuwe consul-generaal, Renilde Loeckx, is een ervaren diplomate en wordt beschreven als een ,,consensusbouwer''. Nu de no-nonsense De Gucht op buitenlandse zaken zit en "zonnekoning Michel" (NRC Handelsblad, 28/7/2001) weggepromoveerd is naar de Europese Commissie, komen ook de tongen los. Op diverse Belgische ambassades in het buitenland zouden de voorbije jaren talloze bodes, chauffeurs en portiers zijn benoemd, die twee kenmerken gemeenschappelijk hadden: ze kwamen uit Geldenaken (Jodoigne, de thuisstad van Louis Michel) en ze waren ééntalig. Een diplomaat in De Standaard: "Ik denk dat er nu in Jodoigne volledige werkgelegenheid heerst".