De nieuwe antidiscriminatiewetgeving op de korrel genomen
Een letterlijke lezing van de bestreden bepalingen leidt tot het afschaffen van de meeste traditionele vormen van religieuze beleving, het verbieden van de studie van klassieke talen, het onmogelijk maken van historisch onderzoek, en het ontzeggen aan de bevolking van een groot deel van de wereldliteratuur.
Van zo goed als alle denkmeesters van de moderniteit kunnen racistische en/of discriminerende uitspraken worden aangehaald: Voltaire, Kant, Hegel, Darwin, Marx, en van talloze anderen. Bij een consequente toepassing van de gangbare interpretatie waartoe deze bepaling aanleiding geeft, worden al deze werken aangemerkt als entartete kunst, waarvan de verspreiding verboden zou zijn.
Het is duidelijk dat dit manifest in strijd is met zowel de vrijheid van meningsuiting als de godsdienstvrijheid als het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Men kan niet enkel de vrouwonvriendelijke satiren van Juvenalis en het antisemitische oeuvre van Céline naar de brandstapel verwijzen, of nog de beschrijving van de jood Shylock in “the Merchant of Venice” van Shakespeare, maar ook en vooral de belangrijkste courante religieuze teksten. (...)
De vrijheid van meningsuiting die een onderdeel is van de vrijheid van eredienst mag daarenboven, op straffe van een nieuwe schending van het gelijkheidsbeginsel en het nondiscriminatiebeginsel, niet ontzegd worden aan personen die geen bedienaars van erediensten zijn, of aan meningen die niet in het kader van een eredienst worden geuit. De Grondwet biedt geen ruimte om een dergelijk onderscheid te maken. Zulks zou ten andere een onaanvaardbaar onderscheid op basis van het beschermde criterium levensbeschouwing zijn.
Het is van tweeën één: ofwel mag niemand aanzetten tot discriminatie en/of de eigen superioriteit uitdragen, en dus ook de religieuzen niet, en dan moeten de bedienaars van omzeggens alle erediensten gecensureerd worden, en moet men religieuze geschriften zoals de Bijbel, de Thora en de Koran verbieden, ofwel mag iedereen het in dezelfde mate, en dan behoren de in de bestreden wetten bepaalde beperkingen van de vrijheid van meningsuiting vernietigd te worden. (...)
Tot slot moet opgemerkt worden dat discriminaties niet verboden zijn wanneer zij worden opgelegd door een wet. Dit leidt tot de absurde situatie dat volgens de bestreden bepalingen, discriminerende wetten wel gestemd, afgekondigd en gepubliceerd mogen worden, maar niet (of op risico van gevangenisstraf) voorafgaandelijk het voorwerp mogen uitmaken van publiek debat, of toch niet van publiek debat door de pleitbezorgers van de discriminerende maatregel. Dit is niet alleen strijdig met de vrijheid van meningsuiting, maar ook met het petitierecht van art. 28 Grondwet.
Op basis van de bestreden bepalingen zou men dus die politici die pleiten voor meer of progressieve vermogensbelasting (d.i. discriminatie op basis van het beschermde criterium vermogen) kunnen ontzeggen deel te nemen aan het publieke debat in de media en hen zelfs bestraffen indien zij dat wel doen. Zoniet kunnen, in de hypothese dat een dergelijke wet achteraf wegens strijdigheid met het non-discriminatiebeginsel zou vernietigd worden door het Grondwettelijk Hof, kunnen de politici-pleitbezorgers retroactief strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden voor het promoten van een onderscheid waardoor bepaalde groepen ongunstiger worden behandeld, en waarvan achteraf gebleken is dat niet aan de rechtvaardigingsgronden uit Titel II van de discriminatiewet werd voldaan.
Matthias Storme en Jelle Flo in het verzoekschrift aan het Grondwettelijk Hof tot vernietiging van de antidiscriminatiewetgeving [volledige tekst in PDF-formaat]
Reacties
Tweaker
zaterdag, 1 december, 2007 - 00:45leuke tekst... en om het nog iets drastischer te stellen:
belastingen zouden voor hogere inkomens nog in bedrag, nog in percentage hoger mogen zijn naarmate het inkomen; gezien dat zou betekenen dat mensen die meer verdienen gediscrimineerd worden op basis van hun inkomen tot het betalen van meer belastingen voor identieke dienstverlening
ik wil de discriminatie in absoluut bedrag nog door de vingers zien maar een graduele belasting is dus volkomen onwettelijk gezien onderwerp van discriminatie
de flat tax zoals Dedecker promoot zou de beste oplossing zijn om deze discriminatie uit de wereld te helpen
het belastingsvrije minimum is dan nog de enige uitweg om mensen die minder verdienen een sociale gunst te bieden...
mogelijk misbruik zou erin kunnen bestaan het belastingsvrij minimum zo hoog in te stellen dat, om evenveel belastingen te kunnen innen, de flat tax rate astronomisch hoog zou zijn (70, 80, 90%) zodat de grootverdieners voor alle belastingen zouden moeten opdraaien... maar dat zou dan opnieuw discriminatie zijn waarover dient gewaakt te worden
ik dwaal wel een beetje af hier maar ik heb altijd problemen gehad met het feit dat de universele stelling dat 'de sterkste schouders de zwaarste lasten moet dragen' steeds geïnterpreteerd alsof iemand die 2 keer zoveel verdient plots 3 keer zoveel belastingen moet betalen
wie stapt naar het CGKR?