De talentelling van 1947: het grote bedrog?

Tot voor de tweede Wereldoorlog kende België een tienjaarlijkse talentelling die gekoppeld was aan de volkstelling. Vooral in de Brusselse agglomeratie werden de resultaten van die tellingen dikwijls ge- en misbruikt om het taalstatuut van sommige gemeenten aan te passen. De taalwetten waren nog onvolmaakt en waren interpreteerbaar. Opeenvolgende talentellingen zijn er dan ook mee de oorzaak van geweest dat Brussel administratief en ook op ander vlak meer en meer verfranste. Voor een deel was dit het gevolg van gewijzigde demografische omstandigheden maar onderzoek heeft aangetoond dat ook bewuste manipulatie heeft geleid tot vervalste resultaten.

Door de oorlogsomstandigheden wordt de tienjaarlijkse volkstelling en de daaraan gekoppelde talentelling pas in december 1947 gehouden. De vorige dateerde van 1930. De talentelling van 1947 heeft daarom een zeer speciale betekenis. De taalwet op bestuurszaken van 1932 stelt immers dat het taalstatuut van de Brusselse gemeenten en van de gemeenten rond de taalgrens wettelijk wordt bepaald door de resultaten van de telling. Indien de Franssprekenden minstens 30% uitmaken van de bevolking van een Vlaamse gemeente, dan krijgen ze recht op taalfaciliteiten. Blijkt uit de resultaten van de telling dat de Franstaligen een absolute meerderheid vormen, dan verandert de gemeente van taalstatuut. De bestuurlijke taal is dan het Frans en de Nederlandssprekenden krijgen dan taalfaciliteiten. Indien het aantal Nederlandstaligen daalt beneden 30% dan verliezen ze dit voorrecht. Ook het recht op Franstalig onderwijs wordt afhankelijk gemaakt van de resultaten van de talentelling. 20% Franssprekenden is hier de maatstaf.


De individuele telkaart die bij de volkstelling van 1947 gebruikt wordt, informeert onder punt 6 naar het taalgebruik. Volgende vragen worden gesteld:

1. Spreekt de getelde Frans (of Waals), Nederlands (Vlaams) Duits?
2. Indien hij twee of de drie hierbovenvermelde landtalen spreekt, welke taal gebruikt hij meestal?

Er wordt voor beide vragen geen onderscheid gemaakt tussen de taal die men thuis, op het werk of in het openbaar gebruikt. Ook de vraag aan de meertaligen, welke taal zij het meest gebruiken, geeft aanleiding tot heel wat misverstanden.



De resultaten van de telling zijn dus enorm belangrijk. Dat blijkt overduidelijk uit de reacties die nog vóór het plaatsvinden van de telling tot stand komen. Zowel Vlaamse als Waalse verenigingen treden in het verweer. Het Davidsfonds richt een Commissie voor de Volkstelling op om het verloop van de telling te controleren. De Commissie doet een oproep om haar op de hoogte te brengen van "onbetrouwbare tellers". Samen met het Vermeylen- en het Willemsfonds stuurt het Davidsfonds pamfletten waarin de Vlamingen gevraagd wordt geen valse verklaringen af te leggen, ten nadele van de eigen taal, ten voordele van het Frans. Ook het Comité tot Bevordering van het Vlaams Leven te Brussel (waar de drie fondsen trouwens deel van uitmaken) lanceert een soortgelijke oproep. In een pamflet richt het zich tot de "Vlaamssprekende inwoners van Brussel en voorsteden" en vraagt hen trouw te blijven aan hun taal en waarheidsgetrouw te verklaren uitsluitend of meest "Vlaams (Nederlands)" te spreken.



Ook de krant De Standaard stelt zich in een artikel op 14 december 1947 vragen bij de manier waarop geteld wordt en bij de vraagstelling op de formulieren.



Op 31 december 1947 publiceert de Brusselse krant, "La Dernière Heure", twee pamfletten. Het eerste pamflet wordt, aldus de krant, in Brussel verspreid door "een Vlaams culturele organisatie". De krant verwijst wellicht naar het pamflet van het Comité tot Bevordering van het Vlaams leven te Brussel.



Het andere pamflet gaat uit van de "Ligue pour la défense des intérêts économiques et intellectuels de Bruxelles" én van het "Bloc de la liberté", twee Fransgezinde Brusselse verenigingen. Dit pamflet beweert dat het "plat Brussels" geen Vlaamse taal is en nog minder Nederlands. De toekomst van Brussel hangt af van de telling aldus nog de opstellers van het pamflet, en ze verwijzen naar de propaganda die de Vlamingen voeren. Ze stellen dat deze propaganda op een dag wel eens duur betaald kan worden, net zoals de propaganda waarvan men de resultaten heeft ondervonden gedurende de oorlog, aldus nog het pamflet.

De resultaten van de talentelling van 1947 zijn zonder meer alarmerend. De vooruitgang van het aantal Franstaligen, niet alleen in de Brusselse agglomeratie, maar ook in het randgebied is enorm. Met uitzondering van Evere tellen alle gemeenten van de agglomeratie meer dan 50% Franstaligen. Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem kunnen, in toepassing van de taalwetten van 1932, een volledig Franstalig statuut krijgen. Aan Vlaamse zijde spreekt men van "Brussel, kerkhof van Vlaanderen".

De tweede schok is de omvang van de francofone aanwezigheid in Vlaams Brabant. Vier randgemeenten: Drogenbos, Linkebeek, Wemmel en Kraainem ellen al 30 à 40% Franssprekenden. Bij gebrek aan afbakening van de Brusselse agglomeratie ligt heel Vlaams-Brabant open.

Zowel in de taalgrensgemeenten als in de Brusselse agglomeratie worden luidop verhalen verteld over manipulatie en beïnvloeding van de burgers. Vooral de tellers, in het Brusselse meestal politieagenten, worden niet van kritiek gespaard. Alhoewel de tellers in contact komen met het publiek, vermelden de voorschriften tot 1930 nergens dat ze de plaatselijke taal moeten kennen. Het Brusselse politiekorps bestaat voor een groot deel uit Nederlandsonkundigen. Brusselse Vlamingen krijgen bijgevolg veelal het bezoek van een Fransééntalige politieagent, als teller. Het is dan ook niet uitgesloten dat sommige burgers onder de indruk zijn van het gezag dat de agent vertegenwoordigt. Bovendien moeten we rekening houden met de naoorlogse tijdsgeest van repressie en materiële ontberingen. Voor Nederlandsprekenden is een objectief antwoord op de vraag welke taal hij/zij alleen of meestal spreekt vaak een gewetenskwestie. Eer en geweten moeten hierbij dikwijls plaats ruimen voor materiële belangen.
De tellingsagent voelt zich bovendien gesteund door het gemeentebestuur. In 1920 en 1930 hebben 16 Brusselse schepencolleges een bijkomend onderzoek laten uitvoeren naar de taalverklaring van de Nederlandsééntaligen. Al wie in Brussel is geboren, er onderwijs heeft gelopen, er een handelszaak bezit of er een betrekking heeft als handelsbediende, magazijnier, handelsreiziger, winkeljuffrouw of loopjongen wordt verondersteld Frans te kennen. Zo krijgt een inwoner uit het centrum van Brussel zijn tellingsbulletin terug met de opmerking: "Het is onmogelijk dat een conciërge van een gebouw in de Arenbergstraat, zijn echtgenote en zijn kind, enkel Vlaams spreken. Zij moeten ongetwijfeld een beetje Frans kennen, zeker het kind, want het moet op school Frans spreken."



Er is ook een geval bekend van een taalgrensgemeente waar 3,3% van de bevraagden had verklaard Franstalig te zijn. Bij de officiële publicatie van de cijfers was men echter de komma 'vergeten', de gemeente had dus 33% Franstaligen en veranderde prompt van taalstatuut. Een éénmalige vergissing? Nee, maar wel de frappantste. In het stadhuis van Ronse verdwenen op geheimzinnige wijze een aantal formulieren waarin de voorkeur voor het Nederlands werd uitgesproken. Zodoende werd nipt het percentage van 30% Franstaligen bereikt.

Ook bij het ronddelen is er sprake van manipulatie. In veel gevallen is de hoofding op voorhand enkel aan de Franstalige zijde door de telagent ingevuld. Daardoor verkeren sommige burgers in de waan dat ze ook het Franstalige gedeelte moeten invullen. Dat gebeurt bijna altijd wanneer de telagent zelf het vragenformulier indient. Het bijkomend onderzoek van 1930 wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken verboden. Maar de Brusselse gemeentebesturen wensen het beeld van een Brusselse agglomeratie waarin de Franse taal in belang toeneemt te beklemtonen. De publieke opinie is sterk onder de indruk van de resultaten van de talentelling van 1947. Toch komt de reactie maar laat op gang. Onder invloed van de collaboratie en de repressie blijft de Vlaamse Beweging lange tijd in diskrediet. Drukkingsgroepen ageren pas vanaf 1949 en ze slagen er niet in van de telling een politiek item te maken.

De politieke partijen reageren vóór 1950 anders op de talentelling dan erna. Vóór 1950 wordt de talentelling door geen enkele partij afgewezen. De partijen zoeken wel naar meer objectieve methodes en sommigen wensen dat de publicatie van de resultaten wordt uitgesteld. Na 1950 vormen alle Vlaamse partijen één front. Ze pleiten voor de afschaffing van de talentelling. Ze willen een einde stellen aan het verlies van Vlaamse mensen en Vlaams grondgebied als gevolg van de talentelling. In de plaats daarvan eisen ze de definitieve vastlegging van de taalgrens en de afbakening van de Brusselse agglomeratie bij wet.

Aan Waalse zijde zijn vooral de socialisten en de liberalen voorstander van de publikatie van de tellingsresultaten. De discussie voor al dan niet publiceren duurt voort tot 1954. In dat jaar hakt de socialistische minister van Binnenlandse Zaken, Pierre Vermeylen, de knoop door. Hij laat de resultaten van de telling van 1947 publiceren. Als gevolg daarvan worden drie gemeenten: Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem en Evere bij de Brusselse agglomeratie gevoegd.

De hele vaudeville rond de talentelling van 1947 toont aan dat een nieuwe talentelling nooit ofte nimmer nog objectief gevoerd kon worden. De noodzaak verdween echter ook naar aanleiding van de taalwetten van 1963 en de grondwetsaanpassing van 1970 met het vastleggen van de taalgrens (zoals trouwens aanbevolen door het Centrum-Harmel), de taalgebieden en de gewestvorming. Dat de huidige faciliteitengemeenten rond Brussel een meerderheid Franstaligen tellen is duidelijk, daar heeft men geen talentelling voor nodig. Grondwettelijk behoren die gemeenten echter tot het Vlaams gewest.


Bronnen:
1 - 'De verbeulemansing van Brussel' - uitgave BRT, Instructieve Omroep, Dienst Volwassenenonderwijs.
2 - Dr. M van Haegedoren - 'De Vlaamse Beweging nu en morgen'.
3 - Prof. Leo Picard - 'Evolutie van de Vlaamse Beweging 1795-1950'
4 - Diverse publicaties van politieke partijen en drukkingsgroepen.

Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Talentelling

Michel Martens

Reacties

#55469

Jean de pesser

 

Zeer interessant, hopelijk kan dit ook eens verschijnen als lezersbrief in HLN of een andere grote krant.

De mensen hebben het recht om over hun geschiedenis ingelicht te worden.

#55472

EricJans

 

Een regelrechte cultuurmoord met voorbedachte rade op een Nederlandse stad, was het.
En dat stelletje cultuurmoordenaars en hun opvolgers komt vandaag in 2007 met Vlaamse Belgen aan onderhandelingstafels zitten en hen doodleuk verwijten dat zij het oude Belgische 'pact' aan het opzeggen zijn.

Een pact?
Een pact met ordinaire derderangs oplichters?
Laat het duidelijk zijn: nérgens in de geschiedenis zijn Vlamingen met Francofonen als een groep vrije mensen uit vrije wil een pact aangegaan.
Eerlijk: ik voel me als staatsburger tot in mijn kleinste teen beledigd als ik Francofone politici ook maar iets over een 'pact' hoor beweren.
Waren de Ieren ook een 'pact' aangegaan met de Britten, misschien? Ga zoiets vandaag maar eens beweren in een Ierse pub. Ze boren je daar door de grond af!

Zijn de Basken ooit een 'pact' aangegaan met die pipo's uit Castillië, misschien?
De eerste Franstalge die nog van een historisch pact gewaagd, vraag ik of Hitler met Polen in 1939 misschien ook een 'pact' had gesloten. Schande!

Opdoeken die Belgicistische handel. Geen multiculti medelijden. Géén.
Zachte heelmeesters hebben hier voldoende stinkende wonden gemaakt. Gedaan ermee.

#55482

koen

 

Mark Grammens heeft over die talentelling ook eens een interessant artikel gepubliceerd, dacht ik ... mss een interessante invalshoek om ook eens te brengen ...

#55489

melodius

 

Als het allemaal zo duidelijk is dan vraag ik mij af waarom we nu geen talentelling doen, onder toezicht van de Raad van Europa of zoiets. Je kan de geschiedenis zo vaak herschrijven als je wil, feit is dat de officiële taalgrens en de werkelijke taalgrens inderdaad niet overeenstemmen.

Overigens is het taalaspect in werkelijkheid bijzaak: Brussel is officieel tweetalig. Het grondprobleem is dat Vlaendren "haar hoofdstad" probeert te versmachten omdat die niet raszuiver genoeg is. Waarmee alles gezegd is over de Vlaemsche pretenties in Brussel en hun legitimiteit.

Bovendien gaat het goed met het Nederlands in Brussel: het dialect is inderdaad (en jammer genoeg) op sterven na dood, er zijn inderdaad steeds minder mensen die Nederlands als eerste taal spreken (en de meeste die ik ken definieren zich overigens niet als Vlaming maar als Nederlandstalige Brusselaars) maar daarentegen is het Nederlands als tweede (of derde, of vierde) taal in volle bloei, ondermeer dankzij de inspanningen van het Nederlandstalig onderwijs. Mijn voorkeur inzake Nederlandse cultuur in Brussel gaat trouwens uit naar een nauwere samenwerking met Nederland ipv Vlaendren. Brussel is een Franstalige en een Nederlandstalige stad, maar zeker geen Vlaemsche stad.

#55499

LVB

 

De taalgrens is in 1962/1963 definitief afgesproken en vastgelegd. Om die reden zijn nieuwe talentellingen onwenselijk en zelfs wettelijk verboden.

Het definitieve karakter van de taalgrens betekent dat er in Vlaanderen gerust gemeenten met Franstalige meerderheden mogen bestaan, maar zij zullen zich wel moeten schikken naar de vigerende wetgeving. Een overheveling naar een ander gewest is uitgesloten.

#55520

Benny Marcelo

 

Van Brussel een gewest maken is de grootste stommiteit die hier ooit gemaakt is. Die regering kost bakken geld en ze hebben nog geen nagel om in hun kont te krabben, enkel nen dikke nek.
Brussel is historisch een vlaamse stad en als je effe de kaart van België neemt dan kan je zo zien dat Brussel in Vlaanderen ligt. Vindt je dat dat niet telt, dan is het simpel: nog eventjes en Brussel is een Marokkaanse stad.

#55523

LVB

 

@Benny: "Brussel is historisch een Vlaamse stad"

Juist, en IJsland is historisch Deens gebied, en de Azoren werden ooit "de Vlaemsche Eylanden" genoemd, en Kosovo is historisch Servisch gebied.

Politieke relevantie, politieke bruikbaarheid als argument anno 2007: nihil.

#55537

Cogito

 

Toch vind ik de term "reconquista" ivm de Spaanse HERovering van Spanje, na 600 (zeshonderd) jaar islamitische bezetting, correct, historisch en politiek bruikbaar.

Er bestaan talloze historische aanspraken die wel degelijk geldig zijn en er bestaan er die dat niet zijn. Ihgv Brussel zou ik zeggen dat veruit de meeste mensen dat wel vinden.

#55538

traveller

 

@ Cogito

Ik vind een debat over Brussel puur tijdverlies. Laat ze zelf hun rotzooi opkuisen, ook die verfranste Vlamingen.
Ze zullen wel zelf met hangende pootjes komen, maar eerst droog zetten, anders lukt het niet.

#55539

Cogito

 

Daar ben ik het zeker mee eens Traveller. En wanneer ze met hangende pootjes komen, wat ze zeker zullen doen, dan moet het vanuit Vlaanderen zijn zoals met Holland tav Nederland, dat verhollandst in ruil voor het geld van de randstad: geen geld zonder vernederlandsing.

#55542

isaiah

 

Het probleem met veel van de Vlaamse eisen en gevoeligheden is precies dat ze al te historisch zijn. Soms verwarren flamingenten zelfs redelijke eisen met historische eisen. 'Onze voorvaderen' en 'wij gaan al 170 jaar gebukt onder...' zijn tegenwoordig schering en inslag.

#55545

Benny Marcelo

 

Dat er vlaamstaligen zijn en franstaligen is waarschijnlijk ook historisch gegroeid Isaiah!

#55561

Nicolas

 

Voilà, de arrogantie van de Franstaligen werkt tot op de dag door. Ze hebben niets uitgespookt, niets verkeerd gedaan, organiseren zonder meer een brave betoging...

Waar ze dan wel voluit pleiten voor verfransing, defederalisering en de Vlaamse regering door het slijk sleuren.

#55563

Johan Schiltz

 

" Ze stellen dat deze propaganda op een dag wel eens duur betaald kan worden, net zoals de propaganda waarvan men de resultaten heeft ondervonden gedurende de oorlog, aldus nog het pamflet. "
Welke resultaten?
Hoe zagen die eruit?
Waarover ging dit juist?

#55564

Nicolas

 

Aan Johan: dit is duidelijk een truc van de makers van het pamflet om Flamiganten gelijk te stellen met de collaboratie.

#55567

lvanc

 

Melodius, ik heb zich nog niemand "nederlandstalige Brusselaar" horen noemen, ik zou het bescheuren van het lachen mocht ik zo een azijnpisser treffen. We zijn gewoon Vlamingen die in Brussel wonen. Nu ben je toch ook eventjes van de werkelijkheid
af.

#55568

Cogito

 

Melodius: Brussel is een Franstalige en een Nederlandstalige stad, maar zeker geen Vlaemsche stad.

Het is natuurlijk kakafonisch om een onderscheid te maken tussen Nederlands en Vlaams, maar kom, als ge meer cultuursamenwerking wilt met Nederland, dan gun ik je dat doekje voor het bloeden, want Nederlands is Vlaams.

#55594

Briggs

 

Tiens, zou iemand eens Lijst Dedecker moeten inlichten zodat ze in het Vlaams Parlement kunnen vragen dat men een historisch onderzoek verricht. Kwestie van toch stokken in voorraad te hebben om honden mee te slaan.

#55608

melodius

 

De taalgrens is een element van het grote Belgische compromis. Als dat compromis verdwijnt, verdwijnt de taalgrens ook. De officiële wel te verstaan. Er is overigens inhoudelijk geen enkele reden waar om taal en staatsaanhorigheid samen zouden moeten gaan, op dat punt ben ik het met Luc totaal eens; maar dat geldt in beide richtingen. Voor mijn part mag er in alle Belgische gemeentes een referendum worden gehouden als de federatie uiteenvalt, waarbij de inwoners gevraagd wordt bij welk gewest zij willen horen. Dat is uiteindelijk de meest legitieme manier om de zaak op te lossen. Overigens, men verwijst in Vlaams-nationalistische middens vaak en graag naar Tsjechoslowakije, maar men vergeet erbij te zeggen dat dergelijke overhevelingen wel degelijk hebben plaatsgevonden.

#55611

dendof

#55673

EricJans

 

@ Melodius:

<<Er is overigens inhoudelijk geen enkele reden waar om taal en staatsaanhorigheid samen zouden moeten gaan, op dat punt ben ik het met Luc totaal eens>>

Precies: en daarom kan Linkebeek perfect in Vlaanderen liggen. Of zelfs Brussel. Je vergeet dat Brussel Vlaamse hoofdstad is en dat daar Vlamingen wonen. Je krijgt ons daar nooit weg.
Het Belgische wetboek verbiedt talentellingen en daarnaar - net als naar de bestaande officiële taalgrens - zal onvrbiddelijk verwezen worden.
Dyplomatie vertrekt vanuit de bestaande situatie.
Dacht je dat Europa precedenten gaat creëren voor andere minderheden die van land willen wisselen?

Die Tsjechoslowaakse overhevelingen kwamen er met wederzijdse instemming. En die wederzijdse instemming kwam er omdat het over drie en een half boerendorpen en twee achtergehuchten ging.
Zonder die wederzijdse instemming was die overheveling ook nooit zo gerealiseerd. Het is geen vergelijk: Brussel is onze hoofdstad. Geen enkele Tsjech zou een stemming toelaten om een Praag aan Slowakije over te laten. Je maakt je belachelijk met die vergelijking.

Er is een verschil tussen een scheiding met wederzijdse instemming en zonder. In ons geval is het zonder, maar daarmee is niet gezegd dat wij Brussel zomaar zouden verliezen, hé. Wel in jouw dromen, daarom nog niet in de realiteit. Onze rechtmatige aanspraken op die stad blijven dan ook zondermeer wat ze zijn.

#55674

EricJans

 

Overigens: ik ben er niet bang voor. Brussel zal niet Franser worden dan het nu al tenonrechte is.
Eén ding staat vast: er valt voor Vlaanderen steeds minder te winnen aan een Brussel in Belgische context. Waarvoor dan bang zijn?