Over het opportunistisch geklaag van de journalistenvakbond
(...) Vervolgens blijft het journalistiek bon ton om te kappen op de "patron", alsof die een soort van pre-Daens ondernemer is voor wie (citaat!) "kwaliteit en pluralisme geen primair doel zijn maar slechts een bijprodukt op weg naar meer rendement". (Media-)bedrijven die zo zouden omgaan met hun produkt zijn verdwenen of moeten nog verdwijnen: zouden de journalisten die zulke dwaasheden schrijven iets hebben gemerkt van de bankencrisis? De journalisten misbruiken de toestand om hun achterhaalde corporatistisch-syndicale strijd tégen de directie, en zeker tegen de journalisten die mee het beleid van hun mediabedrijf bepalen, te reanimeren: oef, we kunnen weer een externe vijand benoemen!
In die lijn past het de VVJ/AVBB-kongsie om, voorts, dringend overheidstussenkomst te vorderen, namelijk niets minder dan de wettelijk verplichte invoering van redactiestatuten, regeltjes en normen, syndicaal gemak en arbeidscomfort, onder de hogere want onverdachte leiding van henzelf: de "redactionele onafhankelijkheid" - het vaakst misbruikte begrip in mediadebatten - als mom voor een alliantie tussen een zéér actief interveniërende overheid en een corporatie die nauwelijks spontaan voet aan de grond heeft op de redactievloer. Dat is doorzichtig opportunisme, dat van aard is de verdere professionalisering, modernisering en verantwoordelijkheidszin van het journalistiek métier zelf te vertragen. (...)
Leo Neels op Knack.be en MediaKritiek.be, 16 april 2009