Pieperen

Blogger Bart van Cursief Huigje vraagt mij:

Als geboren en getogen West-Vlaming maakte ik vorige week op het werk een discussie mee. Het ging over de verschillende soorten dialecten. Ik bracht aan dat in West-Vlaanderen 'iemand kussen' vertaald worden naar iemand 'pieperen'. Dit werd beaamd door andere West-Vlamingen. Maar wij stellen ons de vraag 'waar komt dat woord vandaan?' Kan jij zorgen voor een antwoordje?


Wel, Bart, uiteraard ken ik als West-Vlaming ook het woord "pieperen", liefst uitgesproken met een heel langgerekte ie-klank. En ook 'ne pieper' in de betekenis van 'een zoen'. Mijn eerste reactie was dan ook om te grijpen naar het "West-Vlaams etymologisch woordenboek" van Dr. Frans Debrabandere. Maar tot mijn verbazing stond het woord er niet in. In de inleiding van dit woordenboek schrijft Debrabandere dat er twee soorten West-Vlaamse woorden zijn die hij niet heeft opgenomen in zijn boek: woorden waarvoor hij geen enkele zinnige etymologische verklaring heeft (een 'schavaander' voor 'reddingsgordel' bijvoorbeeld), en woorden die ook in Van Dale staan omdat ze, al dan niet als 'gewestelijk', tot het standaardnederlands worden gerekend.


Dan maar een kijkje genomen in Van Dale. Die geeft als vijfde betekenis van 'pieper', met de aanduiding 'gew.' voor 'gewestelijk", de verklaring: zoen, kus. Maar daarmee hebben we de etymologie nog niet. Als ik een gok mag wagen, dan is het eigenlijk heel eenvoudig. Net zoals het woord "smakkerd" het geluid van een zoen nabootst, zo is ook "pieper" een geluidnabootsend woord of onomatopee. Afhankelijk van de zuigkracht, de houding van de lippen, de al dan niet luchtdichte afsluiting en de precieze timing, zal de kus een smakkend, een piepend, of helemaal geen geluid maken. Maar genoeg daarover, het is hier geen cursus pneumatica.

Bij het zoeken naar pieperen in het woordenboek van Debrabandere viel mijn oog toevallig op pimpaljoentje, pimpampjoentje en pipaljoentje. In het noorden van West-Vlaanderen schijnt dat "lieveheersbeestje" te betekenen,iets wat ze in het zuiden van de provincie een "hemelbeestje" noemen. En van waar komt pimpaljoentje? Ha, het Franse woord voor vlinder, papillon, verbasterd tot pipallon en dan verder tot pipaljoen. En van een vlinder is het maar een kleine stap naar een lieveheersbeestje, nietwaar. Die West-Vlamingen toch, ze slaan er nogal een slag in. Kijk, deze alinea kan zo toegevoegd worden op de over-pagina van de blogster die zichzelf een pimpajoentje noemt, toch wel één van de meer originele blogtitels.

Hetgeen me eraan doet denken dat er deze week een enquête verscheen waaruit bleek dat Antwerpenaars het minst geliefd zijn bij inwoners van andere provincies, en Limburgers het meest geliefd. West-Vlamingen worden conservatief genoemd en hun dialect vindt geen genade bij de inwoners van de andere provincies. Het Gentse marktonderzoek Compagnie, dat deze studie uitvoerde, publiceerde er niets over op zijn website, en daarom moeten we het stellen met de summiere berichtgeving daarover in de pers. Het Laatste Nieuws liet dit onderwerp aan bod komen in de rubriek "reisnieuws". Dat zegt genoeg.

Reacties

#63186

chris impens

 

Uit het onvolprezen Woordenboek der Nederlandsche Taal (met kleine voorsprong op The Oxford English Dictionary het grootste woordenboek ter wereld):

"Pieper: I. In toepassing op personen en zaken die een piepend geluid maken. (...) 5) Van een kus die met piepend geluid gegeven wordt." (Volgen drie citaten.)

#63190

Greet

 

Welbedankt voor het compliment ;)

En interessant, die laatste paragraaf, al verbaast het me wel dat Limburgers het sympathiekst bevonden werden.

#63196

chris impens

 

@ Dr. Debrabandere, "woorden waarvoor hij geen enkele zinnige etymologische verklaring heeft (een 'schavaander' voor 'reddingsgordel' bijvoorbeeld)"

Zonder twijfel van het Frans "scaphandre", zijnde "zwemvest in kurk", zie http://www.cnrtl.fr/etymolo...

#63197

Zorro

 

Uit het boek "Ae's ge dat lui'ë leest teus hoôrde hoe da' me wilder klapp'n al de kant'n van Anzegêm";
"al oes kant'n ês dat de moode van drie piepers te geeven oa's g'iemand vasteskirt, in de waol'n geev'n z'r zêlfs viere maer mêest'ndeêls 'n zin 't er êlders maer tweê".

toot'n = "ie 'n doe nie'liev're of toot'n ae't ie'n vrammêns tee'ênkomt".

#63200

Rik

 

Dat wij Antwerpenaars niet geliefd zijn in de rest van vlaanderen is al wel langer duidelijk :D
En zeggen dat we ons daar niets van aantrekken is ook een open deur instampen.

Toch verbaast het mij steeds weer wanneer ik buiten antwerpen ben en daar met mensen praat, dat ze haast allemaal heel positief tegenover antwerpen staan. Misschien omdat ze hun afprijzen liever niet in ons gezicht duidelijk maken?

#63208

joe

 

Wat doet dat in deze context, Rik? Kon je je minderwaardigheidscomplex bij andere artikels niet kwijt?

#63209

joe

 

(schaamrood op de kaken). had natuurlijk het artikel niet uitgelezen. sorry, Rik. sorry, sorry, sorry. excuses schieten hier te kort. Cogito, Eric Jans, e.a., wrijft me nu allemaal mooi in met pek en veren, sla me tegen de grond, doe er nog een paar gemene trappen bij.

#63223

chris impens

 

@ Rik "Dat wij Antwerpenaars niet geliefd zijn in de rest van vlaanderen"

Velen denken zelfs dat "Sinjoor" een eretitel is, terwijl het altijd al een spotnaam geweest is voor hen die de Spanjaarden achternaliepen. Het prototype is Brederode's "Spaansche Brabander", die vindt dat Brabanders, in het bijzonder die van de "kayserlaycke stadt Hantwerpen", niets minder dan "sienelayke Goden" zijn.

#63226

Cogito

 

Antwerpenaars zijn onnoemelijk grappig. Het zijn uiteraard écht dikkenekken, met als actueel archetype Pieter Loridon.
Gelukkig zijn het goedaardige dikkenekken, het is eerder een aangekweekte pose die weliswaar voortkomt uit een diepgeworteld superioriteitsgevoel, vooral tegenover het eigen hinterland, maar waar met enige goeie wil snel doorheen te prikken is en dan blijken ze zeer in staat tot zelfrelativering, ja zelfs zelfspot. Als 't maar voor te lachen is.

Aandoenlijk is hoe ze in je plattelandsgemeente in de Noorderkempen kunnen komen wonen, onmiddellijk vol overtuiging het hoogste woord beginnen voeren en dan vol oprechte verbazing van hun stoel vallen dat de achterlijke gekoloniseerden hun natuurlijk leiderschap niet appreciëren. Dat slaat hun uit hun lood, dat kunnen ze niet plaatsen, dat hadden ze niet verwacht, hoe kan dat nu. Het lijken wel de Amerikanen van Vlaanderen.
Maar ik hou ook van Amerikanen.

#63232

Leo Norekens

 

Knap, Chris Impens. Met link en al, waar de etymologie verder gespecificeerd wordt: (Grieks) Skafè (bootje) +andros (man).
Tien op tien.

Het West-Vlaams etymologisch woordenboek van Dr. Frans Debrabandere is zeer verdienstelijk en zeer interessant. Je leert er bijvoorbeeld ook uit dat een "jezemijne" géén jasmijn is maar een sering. Inderdaad Luc, "die West-Vlamingen toch, ze slaan er nogal een slag in".

Maar er zijn uiteraard vele hiaten in het woordenboek , en er staan ook wel méér zaken in waar ik aan durf twijfelen.
Bvb. "Kontekraafs", dat volgens mij van "à contre-courant" moet komen. Al is ook dat niet meer dan een buikgevoel.
Bvb. "Kwijstenbibel", waar Debrabandere (voor het tweede element) voorbijgaat aan het Latijnse "bibulus", dat drinkebroer of dronkaard betekent.

Etymologie is een bijzonder boeiende tak van de taalwetenschap, maar het berust toch voor een groot stuk op speculatie.

Tussen haakjes: De site waar Chis naar linkt over de etymologie van Franse woorden http://www.cnrtl.fr/etymolo... probeert tevergeefs het tussenwerpsel "mince!" te koppelen aan het adjectief "mince"(mager) http://www.cnrtl.fr/etymolo... , terwijl dit volgens mij een erfenis moet zijn van (alweer!) West-Vlaamse immigranten ("mens!).

#63235

Leo Norekens

 

A propos, Luc, jouw gok in verband met 'pieperen' (als onomatopee) lijkt mij inderdaad de enige juiste. Zelfs nogal evident, als je 't mij vraagt.

Nog een "à propos" :
Als er iemand het Oostendse lied "Okkerdeboane, suukerdekroane, pimpajoenelèèze. Oender de zèè, potjekarrèè, danst de pimpernelletjes" kan verklaren, ga uw gang. Maar breek uw benen niet. :-)

#63236

LVB

 

@Leo Norekens: "Kontekraafs"

Via het Roeselaars dialect van mijn moeder ken ik dit als "konte-keer-aafs".

Waarvan het laatste deel "aafs" bij Debrabandere verklaard wordt als "verkeerd, averechts, binnenstebuiten, onvriendelijk, listig, verraderlijk".

Misschien een samentrekking van "contre-courant" en "aafs"? Of van "konten-kerend" (kontendraaiend) "aafs"?

De kleurrijkste Wsst-Vlaamse woorden uit mijn kindertijd zijn "uvollig" ('stout, onhandelbaar, opstandig', staat bij Debrabandere als "uvallig" en met een enigszins andere betekenis) en "astrabansje" ('wanorde, ontsteltenis', bij Debrabandere als "astrabantie").

#63246

chris impens

 

@ luc: "keer-aafsch" is ook zoals Gezelle het gebruikt, in de gesproken taal verkort tot "kraafs". Omdat dit evenmin een cursus anatomie als pneumatica is, kan over "kont" enkel gezegd worden dat dit destijds niet het lichaamsdeel was waar men tegenwoordig aan denkt bij het horen van het woord.

#63250

linda

 

Luc verdient een piepke voor dit artikel!
(en dat heeft hij graag hoor!)

#63260

EricJans

 

@ Joe:

<<Cogito, Eric Jans, e.a., wrijft me nu allemaal mooi in met pek en veren, sla me tegen de grond, doe er nog een paar gemene trappen bij.>>
Euh... gaat het een beetje?

#63360

Chrétien

 

Het volledige onderzoek staat <a href="http://www.compagnie.be/res..." rel="nofollow">hier.</a>

#63552

tbd

 

In de Westhoek (toch in Poperinge, alleszins) gebruiken ze ook "hemelbeestje" niet. Daar is het een "piepauw".