Rechtenvrije muziek en SABAM: Bart Tommelein reageert
Het blogartikel van eergisteren over rechtenvrije muziek en SABAM lokt reacties uit. De Oostendse volksvertegenwoordiger Bart Tommelein (VLD) laat weten dat hij vorig jaar een parlementaire vraag stelde over de problematiek, en naar aanleiding van het antwoord samen met Karel Pinxten en Ludo Van Campenhout een wetsvoorstel ingediend heeft.
Uit het hele verhaal (dat hierna wat meer in detail wordt uiteengezet) valt alvast het volgende te onthouden: terwijl je als muziekgebruiker of muziekverspreider aan SABAM kunt ontsnappen indien de auteur geen lid is van SABAM, noch van een gelijkaardige organisatie, kan je daarentegen op dit ogenblik niet ontsnappen aan de billijke vergoeding (de naburige rechten). Die billijke vergoeding wordt geïnd voor alle uitvoerders, ongeacht of ze lid zijn of niet van welke organisatie dan ook. Daar wil het wetsvoorstel van Tommelein verandering in brengen, zodat er net als bij SABAM sprake kan zijn van rechtenvrije muziek. Maar omdat de billijke vergoeding op dit ogenblik enkel geheven wordt op de verkoop van muziek, op omroepstations, op live-optredens en op het draaien van muziek op publiek toegankelijke plaatsen, stelt deze problematiek zich vooralsnog niet op het internet. Verder wil het wetsvoorstel dat elke inningsvennootschap een databank aanlegt van de beschermde nummers, en dat die databank gratis moet kunnen geraadpleegd worden. Tenslotte wordt de bewijslast omgekeerd in het voordeel van de inningsvennootschap, waarover verderop meer.
Op 6 januari 2004 stelde Bart Tommelein in de parlementaire commissie voor het bedrijfsleven een vraag over de manier waarop SABAM of de gebruiker van de muziek moeten bewijzen of er al dan niet SABAM-rechten betaald moeten worden. Tommelein:
De bevoegde federale minister, toen nog Fientje Moerman (inmiddels is Marc Verwilghen bevoegd), antwoordde als volgt:
Conclusie: wat betreft de auteursrechten ligt de bewijslast momenteel bij SABAM. Het is SABAM die moet kunnen aantonen dat een werk dat 'gebruikt' wordt, auteursrechterlijk beschermd is én dat de auteur aangesloten is bij SABAM of bij één van haar zusterorganisaties in het buitenland.
Wat nu betreft de naburige rechten ("billijke vergoeding"), de rechten van de uitvoerders dus, is de situatie complexer. Bart Tommelein vroeg Fientje Moerman of uitvoerders (muzikanten, zangers) vrijwillig afstand kunnen doen van hun billijke vergoeding. Het antwoord van de minister is negatief:
In de praktijk komt het er dus op neer dat zangers en muzikanten niet vrijwillig afstand kunnen doen van hun billijke vergoeding. Deze problematiek is vooral van belang voor radiostations, live-optredens, en het draaien van muziek op publieke plaatsen. Websites, internetradio's en podcasters ontsnappen (op dit ogenblik) aan de billijke vergoeding.
Om al deze onlogische situaties op te heffen, dienden Tommelein en zijn VLD-collega's Pinxten en Van Campenhout een wetsvoorstel in dat drie wijzigingen wil aanbrengen. Ten eerste moet de billijke vergoeding alleen verschuldigd zijn als de rechthebbende zich aangesloten heeft bij een innings- of beheersvennootschap. Ten tweede moeten de beheersvennootschappen kosteloos laten weten of er rechten rusten op een bepaald werk. Ten derde wil het wetsvoorstel de bewijslast omkeren in het voordeel van de beheersvennootschap. Als de vennootschap door middel van een databank kan bewijzen dat zij de rechten op een werk beheert, zal het vermoeden gelden dat zij ook de rechten beheert op alle andere werken die op een bepaald evenement uitgevoerd of gereproduceerd worden.
Dat laatste leidt tot volgend merkwaardig effect: als een popgroep op een avond één beschermd werk uitvoert en negen onbeschermde werken, dan zal het, na de goedkeuring van dit wetsvoorstel, de popgroep zijn die zal moeten kunnen bewijzen dat die negen werken onbeschermd zijn. Tot bewijs van het tegendeel, zal verondersteld worden dat alle gespeelde werken beschermd waren, omdat er één beschermd werk werd gespeeld.
Het wetsvoorstel is vorig jaar al ingediend, maar de behandeling kan lang aanslepen. Tommelein: "Auteursrecht is een vrij gevoelige materie omdat standpunten vaak lijnrecht tegenover elkaar liggen. Het feit dat er enorm veel lobbying gebeurt door de diverse belanghebbende partijen, vergemakkelijkt de zaken niet".
Uit het hele verhaal (dat hierna wat meer in detail wordt uiteengezet) valt alvast het volgende te onthouden: terwijl je als muziekgebruiker of muziekverspreider aan SABAM kunt ontsnappen indien de auteur geen lid is van SABAM, noch van een gelijkaardige organisatie, kan je daarentegen op dit ogenblik niet ontsnappen aan de billijke vergoeding (de naburige rechten). Die billijke vergoeding wordt geïnd voor alle uitvoerders, ongeacht of ze lid zijn of niet van welke organisatie dan ook. Daar wil het wetsvoorstel van Tommelein verandering in brengen, zodat er net als bij SABAM sprake kan zijn van rechtenvrije muziek. Maar omdat de billijke vergoeding op dit ogenblik enkel geheven wordt op de verkoop van muziek, op omroepstations, op live-optredens en op het draaien van muziek op publiek toegankelijke plaatsen, stelt deze problematiek zich vooralsnog niet op het internet. Verder wil het wetsvoorstel dat elke inningsvennootschap een databank aanlegt van de beschermde nummers, en dat die databank gratis moet kunnen geraadpleegd worden. Tenslotte wordt de bewijslast omgekeerd in het voordeel van de inningsvennootschap, waarover verderop meer.
Op 6 januari 2004 stelde Bart Tommelein in de parlementaire commissie voor het bedrijfsleven een vraag over de manier waarop SABAM of de gebruiker van de muziek moeten bewijzen of er al dan niet SABAM-rechten betaald moeten worden. Tommelein:
In theorie moet men uiteraard niets betalen aan SABAM als de artiest waarvan men de muziek gebruikt zijn rechten zelf beheert en niet bij SABAM is aangesloten. Hierbij rijst het probleem dat het soms zeer moeilijk is te achterhalen welke muziek al dan niet auteursrechtelijke bescherming geniet. Naar ik heb vernomen heeft SABAM zelf onvoldoende gegevens om alle bij hun aangesloten artiesten te identificeren. Gelet op de monopoliepositie van SABAM is elke organisator van evenementen en elke lokale radio de facto verplicht om bij SABAM aan te kloppen.
Dit lijkt mij een zeer ongezonde situatie. Het is technisch nochtans heel goed mogelijk een databank op te richten die alle auteursrechtelijk beschermde werken in ons land bundelt. Via een soort audiovergelijkingsprogramma zou men dan onmiddellijk kunnen nagaan of een bepaald nummer al dan niet auteursrechtelijke bescherming geniet. Gezien SABAM een commerciële organisatie is, vraag ik mij af of hier geen taak voor de overheid is weggelegd. Acht de minister het opportuun om hiervan werk te maken?
De bevoegde federale minister, toen nog Fientje Moerman (inmiddels is Marc Verwilghen bevoegd), antwoordde als volgt:
- Ten eerste, op grond van het algemeen bewijsrecht komt het aan SABAM toe de feiten die ze aanvoert te bewijzen. Zo dient zij de bewering dat een rechthebbende haar het beheer van zijn rechten heeft toevertrouwd, te bewijzen. Dat is op basis van artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 1315 van het Burgerlijk Wetboek.
- Ten tweede, de Confédération Internationale des Sociétés d'Auteurs et Compositeurs (CISAC) en het Bureau International de l'Edition Musicale (BIEM) richten aanbevelingen tot hun leden inzake de documentatie en de verdeling van hun rechten. Deze aanbevelingen voorzien - onder andere - in het opstellen, door de beheersvennootschappen, van databanken die hun respectievelijke leden opnemen en in de uitwisseling van informatie tussen de beheersvennootschappen. Als lid van zowel CISAC als van de BIEM dient SABAM zich naar deze aanbevelingen te schikken.
- Ten derde, artikel 66, laatste lid van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten bepaalt dat de beheersvennootschappen verplicht zijn ter plaatse inzage te verlenen in de repertoires waarvoor zij het beheer waarnemen. In toepassing van deze bepaling is SABAM gehouden belanghebbende derden bij middel van een raadpleging ter plaatse van de repertoires waarvan zij het beheer waarneemt, toe te laten om de volgende zaken na te gaan: de werken waarvoor zij de auteursrechten beheert, de werken die zij beheert en de rechthebbenden die haar rechtstreeks of onrechtstreeks het beheer van hun rechten hebben toevertrouwd. Met andere woorden, zowel degenen die rechtstreeks zijn aangesloten bij de Belgische Beheersvennootschap als degenen die zij beheert krachtens haar samenwerkingsakkoorden.
- Vierde punt. In toepassing van artikel 76 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten kan elke belanghebbende persoon, die van oordeel is dat SABAM haar verplichtingen, die voortvloeien uit artikel 66, laatste lid van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, niet respecteert, de dienst die belast is met de controle van de beheersvennootschappen verzoeken om na te gaan of SABAM haar wettelijke plichten al dan niet heeft miskend. De minister kan de vergunning van SABAM intrekken indien SABAM in strijd met de wet of met zijn eigen reglementen optreedt. De intrekking van de vergunning is de enig mogelijke sanctie. Binnen de FOD wordt een wetsontwerp voorbereid met een iets uitgebreider sanctieapparaat met meer gradaties.
Conclusie: wat betreft de auteursrechten ligt de bewijslast momenteel bij SABAM. Het is SABAM die moet kunnen aantonen dat een werk dat 'gebruikt' wordt, auteursrechterlijk beschermd is én dat de auteur aangesloten is bij SABAM of bij één van haar zusterorganisaties in het buitenland.
Wat nu betreft de naburige rechten ("billijke vergoeding"), de rechten van de uitvoerders dus, is de situatie complexer. Bart Tommelein vroeg Fientje Moerman of uitvoerders (muzikanten, zangers) vrijwillig afstand kunnen doen van hun billijke vergoeding. Het antwoord van de minister is negatief:
Artikel 42 van de auteurswet stelt het enige karakter van de vergoeding in. Dit betekent dat de debiteur in één keer de integrale som van de billijke vergoeding voor het geheel van de rechthebbenden - producenten en uitvoerende kunstenaars - betaalt. De uitvoerende kunstenaars mogen noch individueel, noch door toedoen van een beheersvennootschap een deel van de billijke vergoeding bij de schuldenaar opeisen. Dat zou immers een vermeerdering betekenen van de betalingen in hoofde van de schuldenaars. Artikel 42 van de auteurswet stelt tevens het verplicht collectief beheer in. Alleen SIMIM - de beheersvennootschap van de producenten van fonogrammen - en URADEX - de beheersvennootschap van de uitvoerende kunstenaars - kunnen de rechten die geïnd werden op basis van de billijke vergoeding beheren. De beheersvennootschap van de uitvoerende kunstenaars URADEX verdeelt de geïnde rechten op basis van playlists bij de verschillende radio-omroepen. Ze verdeelt deze rechten onder de uitvoerende kunstenaars die zijn opgenomen in die playlists. Daarna betaalt ze de toegewezen rechten aan haar leden of ze stort ze door aan zustervennootschappen waarmee ze samenwerkingsakkoord heeft afgesloten in het buitenland. Voor de uitvoerende kunstenaars die geen lid zijn van de beheersvennootschap Uradex blijven de rechten bij Uradex in afwachting van verdeling. Deze uitvoerende kunstenaars kunnen zich op grond van artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek nog gedurende een termijn van tien jaar richten tot deze beheersvennootschap om hun rechten op te eisen.
In de praktijk komt het er dus op neer dat zangers en muzikanten niet vrijwillig afstand kunnen doen van hun billijke vergoeding. Deze problematiek is vooral van belang voor radiostations, live-optredens, en het draaien van muziek op publieke plaatsen. Websites, internetradio's en podcasters ontsnappen (op dit ogenblik) aan de billijke vergoeding.
Om al deze onlogische situaties op te heffen, dienden Tommelein en zijn VLD-collega's Pinxten en Van Campenhout een wetsvoorstel in dat drie wijzigingen wil aanbrengen. Ten eerste moet de billijke vergoeding alleen verschuldigd zijn als de rechthebbende zich aangesloten heeft bij een innings- of beheersvennootschap. Ten tweede moeten de beheersvennootschappen kosteloos laten weten of er rechten rusten op een bepaald werk. Ten derde wil het wetsvoorstel de bewijslast omkeren in het voordeel van de beheersvennootschap. Als de vennootschap door middel van een databank kan bewijzen dat zij de rechten op een werk beheert, zal het vermoeden gelden dat zij ook de rechten beheert op alle andere werken die op een bepaald evenement uitgevoerd of gereproduceerd worden.
Dat laatste leidt tot volgend merkwaardig effect: als een popgroep op een avond één beschermd werk uitvoert en negen onbeschermde werken, dan zal het, na de goedkeuring van dit wetsvoorstel, de popgroep zijn die zal moeten kunnen bewijzen dat die negen werken onbeschermd zijn. Tot bewijs van het tegendeel, zal verondersteld worden dat alle gespeelde werken beschermd waren, omdat er één beschermd werk werd gespeeld.
Het wetsvoorstel is vorig jaar al ingediend, maar de behandeling kan lang aanslepen. Tommelein: "Auteursrecht is een vrij gevoelige materie omdat standpunten vaak lijnrecht tegenover elkaar liggen. Het feit dat er enorm veel lobbying gebeurt door de diverse belanghebbende partijen, vergemakkelijkt de zaken niet".
Reacties
Librarian
donderdag, 24 februari, 2005 - 09:47Lees ik het nu goed? "Maar omdat de billijke vergoeding op dit ogenblik enkel geheven wordt op de verkoop van muziek, op omroepstations, op live-optredens en op het draaien van muziek op publiek toegankelijke plaatsen, stelt deze problematiek zich vooralsnog niet op het internet." Ik concludeer hieruit dus dat het internet *geen* 'publiek toegankelijke plaats' is en dat het ook *niet* te vergelijken is met een 'omroepstation'. Ik vind dat een zowel merkwaardige als interessante vaststelling.
LVB
donderdag, 24 februari, 2005 - 11:55@Librarian: het internet is misschien wel "te vergelijken" met een omroepstation, maar het *is* geen omroepstation in die zin dat enkel de erkende en vergunde etherstations onder de regeling van de billijke vergoeding vallen. En met "publiek toegankelijke plaatsen" bedoelde ik fysieke plaatsen, geen virtuele plaatsen. Hoeveel vierkane meter is het internet?
Eug
donderdag, 24 februari, 2005 - 19:16Sabam doet er het verstandigste aan zo snel mogelijk een 'simpele' licentie te verlenen voor podcasting voor een faire prijs. Zoals in Amerika nu al het geval is: 288 dollar per jaar voor een niet commerciële podcast en fragmenten minder dan 60 seconden gratis. Ze genereren zo miljoenen euro's aan nieuwe inkomsten en de muzikanten hebben een enorm promotiekanaal. Maakt Sabam geen faire deal, te duur of te veel beperkingen, dan is podsafe music de enige echte toekomst voor de artiesten die klagen dat ze nooit op de radio gedraaid worden. Dus zonder Sabam... aan hen de keuze!
Librarian
donderdag, 24 februari, 2005 - 19:36@ Luc: dat het internet geen omroepstation en ook geen publiek toegankelijke (fysieke) plaats *is*, weet ik natuurlijk wel. Maar precies dat is mijn punt.
Het wordt hoog tijd dat men dat rigide onderscheid tussen al de verschillende media opheft. Zo ook voor de auteurswet. Men heeft het daar over de literaire werken en dan de beeldende kunst en recent (nou ja, 10 jaar geleden dus) heeft men er een deel over de 'databanken' (waaronder het internet en websites e.d. vallen) aan toegevoegd.
Wat er moet komen is een wetgeving (niet alleen op het vlak van het auteursrecht) die vertrekt vanuit de basis dat al deze verschillende media in een hybride vorm samen kunnen voorkomen. Ik vind dat hier een breed debat onder specialisten en alle betrokkenen aan vooraf zou moeten gaan. Zo maakt men dan wetten die hun kiem hebben in de realiteit van de 21ste eeuw. De huidige wetten m.b.t. de media en het auteursrecht zijn een samenraapsel van achterhaalde inzichten.
LVB
vrijdag, 25 februari, 2005 - 02:26Als je wil dat het internet gelijkgeschakeld wordt met de andere media, dan vraag je eigenlijk dat je website onderworpen wordt aan de billijke vergoeding. Naast SABAM en IFPI wil je dus ook nog graag boze mails krijgen van Uradex, Outsourcing Partners en consoorten?
Het internet ontsnapt voorlopig aan de billijke vergoeding. Hout vasthouden.
Librarian
vrijdag, 25 februari, 2005 - 08:29@ Luc: Wat ik uitdrukkelijk voorsta, is dat de historische gegroeide wetten m.b.t. de 'klassieke' media *niet* mutatis mutandis en onverkort op de 'nieuwe' media zouden worden toegepast, maar dat er een geheel nieuwe wetgeving komt waarbij met alle eigenschappen van alle media rekening wordt gehouden en waarbij de basis in feite zou zijn, dat al deze media in een hybride vorm samen kunnen voorkomen.
De problemen met de huidige wetgeving vertrekken vanuit het dichotome onderscheid tussen de 'klassieke' en de 'nieuwe' media. Het is nogal vanzelfsprekend dat dit tot problemen *moet* leiden.
Ik vrees alleen dat er te weinig experts zijn op dit vlak. En van die experts is dan nog maar een klein percentage jurist. Zoals gezegd: het debat moet niet uitsluitend onder juristen worden gevoerd. Er moeten zakenmensen en wetenschappers, auteurs e.d. bij worden betrokken.
Maar ook met gewone mensen zoals ik moet men rekening houden. Ik heb ook mijn rechten. Het recht om te citeren en te verwijzen bijvoorbeeld. Desnoods ook naar iets dat illegaal is. Waar blijf je anders met het vrij onderzoek en de journalistiek? Ik hoop hier over een paar dagen met een eigen tekst op terug te komen. Ik ben me aan het informeren.
Maar één ding is zeker: wetten die niet met hun voeten in de dagelijkse realiteit staan, zijn slechte wetten.
dof
vrijdag, 25 februari, 2005 - 11:55> Wat ik uitdrukkelijk voorsta, is dat de historische gegroeide wetten m.b.t. de 'klassieke' media *niet* mutatis mutandis en onverkort op de 'nieuwe' media zouden worden toegepast
Daar kan ik het alleen maar oneens mee zijn. Elke ontwikkeling in technologie zou dan een reeks nieuwe wetten vereisen. Dat is je reinste onzin. Wat nodig is is een consistente juridische benadering die technologische schokken kan opvangen. Maar dat vereist dat wetten worden geproduceerd op basis van logica, en niet door getouwtrek van lobbyisten.
Een van de dingen die voor mijn part kan verdwijnen is "leenrecht". Als auteurs meer betaald willen moeten ze maar meer boeken verkopen.
Ook voor "het internet" hoeven er geen nieuwe wetten uitgevonden te worden, het is louter een infrastructuur zoals post en telefonie.
Als je consumenten bij wet wil beschermen zonder de industrie te fnuiken focus je dan op het reguleren van de transactie, niet de gebruikte infrastructuur.
Librarian
vrijdag, 25 februari, 2005 - 19:39@ dof: Alhoewel we het anders uitdrukken, denk ik dat we hetzelfde bedoelen. Maak wetten die tegen een stootje kunnen en die zo veelomvattend zijn dat je ze de komende 200 jaar niet meer hoeft te wijzigen. En dat vereist - zoals je zegt - wetten die logisch zijn opgebouwd en niet gebaseerd op de huidige ad hoc situatie met telkens een nieuw stukje eraan gebreid.
Koen Godderis
vrijdag, 25 februari, 2005 - 22:23Er moet maar eens parlementair werk gemaakt worden van wat meer transparantie omtrent de inning op auteursrechten. Momenteel zijn er voor de auteursrechtenorganisaties enkel maar rechten. Voor de gebruiker of verspreider, enkel plichten. Denk dat dit meer dan welletjes is geweest. Het initiatief van Dhr Tommelein kan ik enkel maar toejuichen.
Marc Hofkens
maandag, 7 maart, 2005 - 19:07Inderdaad moet men aan een beheersvennootschap niet betalen voor het gebruik van een werk dat door deze vennootschap niet wordt beheerd, tenzij voor bepaalde rechten die onder een dwanglicentie of wettelijke licentie vallen (billijke vergoeding, reprografievergoeding, ...). Dit wil echter nog niet zeggen dat men dan het werk vrij en "gratis" mag gebruiken: men moet dan eerst de uitdrukkelijke toestemming vragen aan alle rechthebbenden om hun werk te mogen gebruiken!
Onder de rechthebbenden van een titel wordt verstaan: de auteur, componist, uitgever, ...
Iets anders suggereren is aanzetten tot piraterij. Een beheersvennootschap verdedigt de rechten van de "eigenaars van een werk" en verschaft tegelijkertijd een enorm gebruiksgemak aan de gebruiker.
soepkieken
zaterdag, 16 april, 2005 - 19:02Weet er hier iemand of ik "aansprakelijk" kan worden gesteld voor "eventuele" illegale content die de DJ's (op zelfstandige basis)draaien, die ik inhuur???