Zwitserland als model voor een confederaal België

[Dit is de verkorte versie van een langere tekst]
Dat ons land op een keerpunt staat zal voor iedereen zelfs voor de hardnekkigste Belgicisten stilaan duidelijk zijn. Na meer dan een jaar palaveren is het duidelijk dat de politieke macht verstrikt is geraakt in zijn eigen loodzware constructies om de macht voor zichzelf en de erop parasiterende organisaties te behouden. Taal heeft weinig te maken met de impasse veeleer een historisch gegroeid cultureel verschil in inzicht in hoe politieke macht op lange termijn samenhangt met economische macht en sociale welvaart. De bron van de welvaart ligt echter niet bij de politici of bij de overheid maar bij de burger zelf. Zwitserland neemt dit met positieve voordelen ten harte. Dit kleine zeer heterogene landje bewijst al eeuwen dat enkel als de macht bij het Volk ligt en niet bij de Natie, dat welvaart stand houdt.

Welvaart en belastingsdruk
Behoud van welvaart en dus van welzijn is alleen mogelijk als er economische groei is. Die groei komt van de inzet van economische middelen, lees mensen en kapitaal. Uiteindelijk gaat het over mensen. Wat de burger produceert, zij het via zijn arbeid of via zijn investering, komt dus in eerste plaats aan hem toe. Niemand leeft evenwel op zichzelf en de samenleving doet ook zijn bijdrage bv. onder de vorm van opleiding en infrastructuur. De producerende burgers verwerven die gemeenschappelijke goederen en diensten via het betalen van een bijdrage die men doorgaans veelbetekenend "belastingen" noemt. Vele economische studies hebben dan ook aangetoond dat teveel belastingsdruk remmend werkt op de creatie van welvaart. Een beetje gezond verstand en een correcte ethiek met betrekking tot eigendomsrechten leert ons dat ook. Arbeid en kapitaal kunnen niet ongeremd afgenomen worden onder de vorm van belastingen zonder ervaren te worden als een aanslag op die eigendom. Dikwijls zal men zich dan onttrekken aan het economische proces. Het gevolg is dat de samenleving economische slagkracht verliest en de welvaart begint te tanen. Overmatige belastingsdruk leidt ook tot opportunistische, lees overbodige of betwistbare overheidsuitgaven en dat is een tweede reden waarom de samenleving in zijn geheel verliezende partij is. Dit fenomeen doet zich zowel op nationaal, regionaal als lokaal vlak voor.

Welvaart en overheidsefficiëntie
Ook al lijkt dit de logica zelf, veel variabelen spelen mee in het proces van welvaartscreatie, waarvan niet in het minst het individuele gedrag van de burger en zelfs de culturele historiek van een regio. Ook wordt soms gesteld dat de samenleving andere doelstellingen zou moeten hebben buiten welvaartscreatie. Recente studies (o.a. van de OESO maar ook van prof. Heylen) hebben aangetoond dat er op zijn minst een verband bestaat tussen de welvaartscreatie en hoe de overheid de belastingsgelden besteedt. Een overheidsuitgave hoeft niet noodzakelijk welvaartsvernietigend te zijn maar als in de jaarlijkse begroting de consumptieve uitgaven doorwegen, dan wordt de welvaartsgroei aangetast. In ons land is die structurele misgroei zodanig dat er ternauwernood nog ruimte is voor investeringen. Het gros bestaat uit het afbetalen van de overheidsschuld, lonen en uitkeringen. De facto betekent dit dat nagenoeg de helft van het BBP productiever kon aangewend worden. Meer overheidsefficiëntie betekent dus niet zomaar dat de ambtenaren sneller en harder moeten werken, maar eerder of dat de overheid wel de juiste dingen doet en vooral welke dingen ze beter niet zou doen. Wat geldt voor de overheid in zijn geheel geldt ook voor de belastingstructuur. Vermits belasting op arbeid en op investeren welvaartscreatie afremt, moet ook deze afgebouwd worden en verschoven worden naar belasting op consumptie. In economische termen heet dit dat men de creatie van meerwaarde moet nastreven. Dit is de essentie van arbeid en investeren. Nochtans, consumptie is uiteindelijk het doel van elke economische activiteit. De oplossing voor deze paradox is wat men productiviteit noemt, m.a.w. hoe kan men met zo weinig mogelijk middelen (arbeid, kapitaal, energie of grondstoffen) een maximale output genereren. Wat velen niet zien is dat dit op het niveau van een land inhoudt dat ook de overheid efficiënt met alle middelen omspringt. Bij een te hoge belastingsdruk betekent dit echter ook dat het overheidsbeslag binnen redelijke proporties moet gehouden worden.

Overheidsefficiëntie en directe democratie
Rest nu nog de vraag hoe men dit kan bereiken? Het simplistische antwoord hierop is dat dit onmogelijk is want dan gaat de Sociale Zekerheid eraan. Dit is de redenering die ervan uitgaat dat alles opgelost wordt door steeds de belastingen te verhogen. Zoals we hierboven geschetst hebben vernietigt dit de onderbouw van het hele stelsel. Deze redenering gaat ook uit van een centraal planningsdogma terwijl de problematiek er vooral een is die op het vlak van de individuele burger en zijn naaste omgeving ligt. Deze redenering stelt dan ook dat een zogenaamde representatieve democratie de enige echte democratie is terwijl deze juist de essentie van een echte democratie negeert. In een echte democratie heeft elke burger maximale zeggenschap over zichzelf maar ook maximale verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf en ten opzichte van zijn medeburgers. Wie hierover nadenkt, komt dan ook snel tot de conclusie dat dergelijke echte democratie sterk gedecentraliseerd moet zijn en maximale beslissingsrecht aan de lokale burger geeft. Dit vermindert ook sterk de afstand tussen burger en zijn overheden waarbij de overheid en haar mandatarissen zich ook constant moet verantwoorden. Een mandaat mag geen vrijgeleide zijn.

Zwitserland, een confederaal laboratorium als Europees cultureel erfgoed
Een land dat dit al eeuwen met succes in zijn cultuur ingeschreven heeft is Zwitserland. Het land is klein (7,5 miljoen inwoners) en nog veel heterogener dan België. Nochtans telt het een 26tal regio's (kantons genoemd) die vrijwel autonoom over het merendeel van de zaken beslissen. Deze kantons krijgen hun macht niet van het centrale gezag maar staan eerder een deel van hun macht af. Elke kanton heeft grotendeels zijn eigen vorm van democratie, gaande van bijna zuivere representatieve democratie tot een vergaande directe democratie. Dit gaat zover dat onlangs het kanton Obwalden met slechts 31000 inwoners, autonoom bij referendum beslist heeft een vlaktaks in te voeren. Referenda in verschillende vormen zijn dan ook aanwezig op elk niveau en men beslist zelfs bij referendum over elke uitgave die een bepaald bedrag overschrijdt. Deze vorm van directe democratie wordt buiten Zwitserland bijna zo goed als doodgezwegen, ook al was die in sommige kantons al aanwezig sinds 1291. Men kan dus gerust spreken van een Europees erfgoed dat tot vandaag zijn deugdelijkheid bewezen heeft. Er zijn nu verschillende economische studies (o.a. van professor Feld en Matsusaka) die aantonen dat zelfs binnen Zwitserland directe democratie niet alleen veel democratischer werkt, het levert ook economisch en sociaal veel voordelen op. Zo leren vergelijkende studies tussen de Zwitserse kantons dat in de kantons met meer directe democratische instrumenten (zoals referenda) de inkomensongelijkheid afneemt, de openbare schuld er beduidend lager is maar ook dat de overheidsuitgaven en dus de belastingen er tot 19% lager liggen. M.a.w. al de kwalen die veel Europese landen, waaronder ons eigen België, aantasten, zijn tot beheersbare proporties terug gebracht. Ander onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat de Zwitsers er ook gelukkiger bij zijn dan in andere landen het geval is. Als men dus recepten zoekt voor een toekomstig Europa of een op sterven na toekomstig België dan is Zwitserland het laboratorium dat men als maatstaf moet nemen. Er is zelfs meer, Zwitserland is al lang het stadium van de experimenten voorbij. Sommige van de democratische instrumenten zoals de stemming met handopsteking op het dorpsplein hebben hun oorsprong in een eeuwenoud Germaans recht. Zwitserland kent dan ook al meer dan 150 jaar vrede en welvaart.

Corridors en minderheden
De autonomie van Obwalden staat in schril contrast met de wijze waarop men in Europa en België met "minderheden" omgaat. Hier denkt men minderheden te beschermen door ze priviléges te moeten toekennen ten koste van alle anderen. Veelal zijn deze priviléges ronduit in tegenspraak met de grondregels van de democratie zoals niet numerieke vertegenwoordiging en blokkeringsmechanismes die elke normale besluitvorming in de weg staan. Het laatste in de rij is het voorstel om een "corridor" te voorzien tussen Wallonië en Brussel. Een absurder voorstel kan men zich binnen de Europese constellatie niet voorstellen. De enige manier om minderheden te beschermen is door ze lokaal de meerderheid te geven die hen toekomt en door ze autonoom voor zichzelf te laten beslissen. In dergelijk gedecentraliseerd staatsbestel is er nog plaats voor vreedzame enclaves binnen enclaves en wordt de solidariteit tot haar juiste proporties terug gebracht. Het Zwitsers democratische systeem brengt hiermee het principe van subsidiariteit op de juiste manier in de praktijk. Dit gezegd zijnde, moge het ook duidelijk zijn dat een Belgische staatshervorming in de richting van 2 of 3 gewesten maar een tussenstap kan zijn naar een verder doorgedreven gedecentraliseerde democratische samenleving. Oostende en Arlon zijn best in staat om hun specifieke problemen democratisch lokaal aan te pakken. Dat men daarbij de gewesten het initiatief moet laten, is ook evident.

Eric Verhulst, voorzitter www.WorkForAll.org, een onafhankelijke socio-economische denktank

Mede ondertekend door: Arthur De Decker, Bea Hendrickx, Bert Penninckx, Christina Teugels, Cil Haesendonck, Denis Clijsters, Filip Vandecaveye, Fons Bierbooms, Geert François, Hubert Vanhoe, Huguette Deschrijver, Jan Bonroy, Jan Cabooter, Jan Vanstraelen, Jos Verhulst, Jef keymeulen, Luc Van Braekel, Luc Thierie, Maarten Malaise, Marc Janssens, Marieke Hoefte, Michaël Bauwens, Pat Perquy, Piet Depauw, Pieter Verstraelen, Rob Lemeire, Roland Duchatelet, Rudi Dierick, Rudy Aernoudt, Sven Godijn, Tony Mary, Willy De Wit, Werner Govaerts.

Reacties

#68197

pepperjack

 

Dit is een vrij goede analyse van en voor globale maatschappij-organisatie, al wil ik wel wat nuanceren:
- bij belasting op consumptie wordt zwart circuit heel lonend;
- in Zwitserland is ook de Latijnse dan wel Germaanse mentaliteit m.i. belangrijk; de Germaanse vertoont meer neiging tot maatschappelijke en eigen verantwoordelijkheid; de Latijnse tot getheoretiseer;
- door de overbevraging en het losser worden van de band tussen burger en gemeenschap is ook de Zwitserse directe democratie aan het uitdoven; al blijft de reflex van de wil tot zelfbestuur wel enorm aanwezig;
- ik weet niet wat subsidiariteit zou geven bv in taalgrens, laat staan faciliteitengemeenten in België. De inter-communautaire dialoog in Zwitserland is veel sterker, vnl door groter respect van de Franstaligen tov het Duits, maar ook organisatorisch, m.i. juist omdat het land Zwitserland van onderuit is opgebouwd, op basis van vrijwillige verbonden tussen gemeenschappen. In België wordt er nauwelijks tot niet aan (institutionele) conflictbeheersing gedaan; evenmin is er de wil bij de bevolkingsgroepen om meer open te staan voor de andere, noch de talenkennis;
- het klopt voorzeker, en dat zou ook in België zijn, dat directe bevolkingsinspraak in budgettaire zaken tot een sterke rationalisering leidt. De directe vraag aan burgers om die of die frivoliteit of bestuursdaad te stellen, wetende dat het X gaat kosten aan gemeentebelasting, is zeer confronterend en zet absoluut aan tot nadenken.

#68200

Pieter_Cleppe

 

Ik zie de eenheid van het land gered door een Zwitsers model van kantons toch eerder als een "second best option".

Echte fiscale concurrentie - de ultieme weldaad van een evolutie naar meer en kleinere staten - is in feite enkel mogelijk bij een opsplitsing. Dan hebben de regimes geen enkele loyauteit meer ten opzichte van elkaar en kunnen ze des te beter door de burger tegen elkaar worden uitgespeeld.

#68574

paul_vreymans

 

@Pieter_Cleppe

Feit is wel dat het Zwitsers model bewezen heeft dat het goed werkt: een beperkte overheid, weinig verspilling en corruptie, en een grote REELE welvaart voor alle kantons en bevolkingsgroepen.

Zwitserland is er bovendien in geslaagd is zijn volledige autonomie en eigen munt te vrijwaren, en vrij te blijven van dictaten van Brussel of Frankfurt.

Sterkste troef in het Zwitsers model is de sterke decentralisatie van het bestuur naar een niveau zeer dicht bij de burger, waar de krijtlijnen worden uitgezet in referenda.

Volledige opsplitsing op zichzelf lijkt helemaal geen garantie voor beter bestuur, noch op belastingsconcurrentie als de bestuurseenheid te ruimbemeten blijft. Een onafhankelijk Vlaanderen is helemaal geen garantie voor deugdelijk bestuur, en zou zelfs zeer dictatoriaal kunnen uitgroeien. Op gebieden waar Vlaanderen bestuurlijke autonomie heeft verworven blijkt Vlaanderen nogal dirigistische inspiraties te hebben: op gebied van ruimtelijke ordening en verkeer bijvoorbeeld zit Vlaanderen opgerscheept met de meest collectivistische en dirigistische wetgeving van de Westerse wereld.

Het is vooral de geringe omvang van bestuursentiteiten die tot welvaart leidt. Dat staat empirisch vast: De kleinste staten blijken veruit de welvarendste, en ook in de geschiedenis was in tijden van kleine bestuursentiteiten de welvaart zeer hoog. Naarmate steden in de middeleeuwen een grotere zelfstandigheid verwierven konden ze uitgroeien tot machtige en welvarende stadstaten. Denken we maar aan Genua, Firenze, Hamburg, Bremen, Venetië....

Een belangrijke voorwaarde is evenwel het recht op afscheiding. Luister wat Hans Herman Hoppe en Paul Belien
Daarover vertellen op http://workforall.net/Waaro...

#68578

Benny Marcelo

 

"op gebied van ruimtelijke ordening en verkeer bijvoorbeeld zit Vlaanderen opgerscheept met de meest collectivistische en dirigistische wetgeving van de Westerse wereld."

Een bedenking: we zitten ook met zowat het dichtste en drukst gebruikte wegennet ter wereld. Het zou de moeite zijn om eens te weten of er nog ergens een wegennet is dat door zoveel nationaliteiten bereden wordt. Zwitserland alvast niet. In feite zou ik daar eens graag een statistiek van zien

Vooral in Vlaanderen maken teveel buitenlanders gebruik van het wegennet zonder daar ook maar één eurocent aan bij te dragen. En dat terwijl het vooral Walonië is dat aandringt op een wegenvinget, voor wegen die vooral met federaal, dus vlaams, geld betaald zijn.

Net zoals in Zwitserland ben ik te vinden voor kleinere bestuurseenheden en vooral voor een directe democratie. Waar we wel moeten op letten volgens mij is dat we niet terugkeren naar een tolsysteem à la middeleeuwen. Vrij verkeer van goederen moet gepaard gaan met vlot verkeer van goederen!

#68670

paul vreymans

 

@benny

wees gerust Benny, kleine staten kunnen zich gewoon geen protectionisme veroorloven. Als ze hun grenzen sluiten valt hun bevolking dood; misschien niet van honger en dorst, maar bij gebrek aan medicijnen, energie of wat anders; in het ergste geval uit verveling.

Luister eens wat Herman Hoppe daarover vertelt op deze youtube: https://www.youtube.com/watc...